Ook in januari en in april weigerde het systeem dienst, schrijft Dekker aan de Tweede Kamer. Steeds ging het mis omdat er onderhoud werd of was uitgevoerd aan de software of het netwerk. In januari verloor justitie het zicht op bijna alle dragers (625), in april waren dat er 150.

De storing in mei duurde ruim een etmaal, en dat was ruim dubbel zo lang als de vorige twee keer dat de enkelbanden haperden. Ongeveer tachtig gevaarlijke enkelbanddragers zijn na het opmerken van de langdurige storing opgesloten, meldt het ministerie. Een drager had zich in de tussentijd van de enkelband ontdaan en de benen genomen, maar hij werd de volgende dag weer opgepakt.

Vorig jaar hebben 101 dragers zich van hun enkelband ontdaan om er vervolgens vandoor te gaan. Dat is 1 procent meer dan het jaar ervoor. De saboteurs knipten het ding bijvoorbeeld door. Vier van hen zijn nog altijd spoorloos.

Dekker gaat na of hij enkelbanddragers voortaan kan bestraffen als ze zich aan het toezicht van justitie onttrekken. Nu riskeren zij alleen een straf voor het vernielen van het apparaat.

Op een doorsnee dag zijn er zo’n zevenhonderd mensen die een elektronische enkelband moeten dragen. Ze moeten bijvoorbeeld thuisblijven of mogen zich niet naar bepaalde plaatsen begeven. Enkelbanden worden vaak gebruikt om ervoor te zorgen dat daders slachtoffers of nabestaanden niet meer kunnen opzoeken.