Column: Smartphonesymfonie
Het blijft boeien. Iedere keer weer opnieuw. Hoe kan ik anderen tot leren brengen? Een vraag die als het goed is niet alleen door onderwijsminnend Nederland gesteld wordt. Immers: we stellen dat de hele levensweg leerweg is. Dus wordt er overal geleerd. Maar het maakt nog wel uit welke aanpak je kiest. Want leren gaat niet altijd spontaan van binnenuit. Soms is een extern duwtje nodig. En wat nu als de ander jou iets wil leren wat jij zelf niet wilt weten? Dan ontbreekt de leerstand door weerstand.
Immers: leren is niet louter een cognitieve bezigheid. Leren gaat niet buiten de poort van ons hart om. Wat het hart niet wil, gaat het hoofd niet in. De voorbeelden liggen voor het oprapen. Neem het bekende fenomeen van digitale prikkels. Zou het goed zijn om hele dagen en tot diep in de nacht non-stop aan het digitale infuus van een rijke keur aan smartphone-apps te liggen? Met trilstootjes, bliepjes, pushberichtjes en blauw slaapverstorend licht. Tussen het antwoord weten en ernaar handelen gaapt soms een diepe kloof die zich ’s ochtends in vermoeidheidssymptomen openbaart.
Juist deze doordenking om de kloof tussen hoofd en hart te overbruggen, maakt onderwijs onderwijskunst. „To teach is to touch a heart.” Daar kloppen de hartkamers van pedagogiek en didactiek.
Zo hoorde ik onlangs over een experiment van een docent die dit goed in de gaten had. De les met een doorsneeschoolklas ging over bovengenoemd fenomeen. Niet het meest favoriete thema van de doelgroep.
In plaats van de les te beginnen met het uitbannen van het apparaat (in normale situaties overigens buitengewoon verstandig), vroeg de docent alle leerlingen hun apparaat op tafel te leggen. Ze kregen de opdracht het geluid op maximaal te zetten. Vervolgens mochten ze met elkaar turven: wat er binnenkomt via WhatsApp, Instagram, e-mail, telefoonoproepen enzovoorts.
Ze moesten hard werken om bij te blijven. De teller stond al vrij snel op 165 mails, 210 Instaberichtjes, 360 appjes en 32 telefoontjes. Waarbij ze zichzelf op enig moment afvroegen: waar zijn we nu eigenlijk mee bezig? En ziedaar: de poort tot het bespreken van dit thema ging van binnenuit open.
Zo wist deze docent de leerlingen ertoe te verleiden om vanuit de zintuiglijke ervaring een relevante leervraag te laten ontspruiten. Weg weerstand, ziedaar leerstand. Kunstig. Hoe deze kakofonie aan geluiden geklonken heeft? Laten we het houden op een smartphonesymfonie.