Hoe een veroordeelde verkrachter in België vrij rond kon lopen
De moord op de 23-jarige Belgische studente Julie van Espen doet sterk denken aan de moord op Anne Faber. Ook in dit geval was de dader een veroordeelde verkrachter op vrije voeten.
Julie Van Espen is zaterdag, vroeg op de avond, op de fiets onderweg naar Antwerpen als ze onder een viaduct wordt belaagd door een man. De maandag erop wordt ze tegen het einde van de middag dood teruggevonden in het kanaal. Ze blijkt verkracht en vermoord.
De verontwaardiging is in België niet van de lucht als maandag blijkt dat de moordenaar een bekende zedendelinquent is. Hoe kon het dat deze man vrij rondliep? Hij was in juni 2017 nota bene veroordeeld tot vier jaar cel wegens verkrachting van zijn ex-vriendin. Daarvóór zat hij ook al eens 4,5 jaar vast voor onder meer verkrachting.
De vader van deze Steve B. verklaarde bovendien tegenover Belgische media dat hij justitie verschillende keren voor zijn zoon heeft gewaarschuwd. „Dit had vermeden kunnen worden”, zei hij geëmotioneerd tegen VTM Nieuws. „Een onschuldig meisje en haar ouders moeten daar nu voor boeten, omdat het rechtssysteem zijn werk niet heeft gedaan.”
Het was een gevoelen dat breed opspeelde. „Alle gebreken van justitie komen samen in Antwerpen”, stelde de Vlaamse krant De Standaard woensdag. Filosofe en schrijfster Tinneke Beeckman plaatste in dezelfde krant een scherpe kanttekening bij de verzuchting dat Van Espen „op de verkeerde plaats op het verkeerde moment” was. „Inderdaad, ze was in België in 2019, waar daders van verkrachting en seksueel geweld doorgaans straffeloos wegraken.”
Dat Steve B. niet achter de tralies zat, kwam doordat er nog een hoger beroep diende. Dat zou aanvankelijk in mei 2018 dienen, maar werd toen „om organisatorische redenen” verdaagd naar november. In juli werd echter de strafkamer die de zaak zou behandelen tijdelijk gesloten. Alle zestig dossiers die de kamer behandelde, gingen daarmee in de kast. De reden was „nijpend personeelstekort”, zei de voorzitter van het Antwerpse hof van beroep, Rob Hobin, deze week.
Van de kant van de overheid werd naar justitie gewezen. Minister van Justitie Koen Geens zei dat hij zich „niet politiek verantwoordelijk kon voelen voor een beslissing van een rechter.” En minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon tekende aan dat je met extra personeel „niet alles” oplost.
De conclusie is hoe dan ook dezelfde als bij de moord op Anne Faber in september 2017. Die is dat dit voorkomen had kunnen worden.
De nabestaanden van Van Espen lieten via hun advocaat weten geen behoefte te hebben om schuldigen aan te wijzen. „Ze koesteren geen wrok. Verdriet overheerst”, zei hij.
Dat de zaak alle reden is de procedures en strafmaten nog eens tegen het licht te houden, is echter helder. In België klinkt onder meer de roep om een tbs-systeem, zoals we dat in Nederland kennen. Na de affaire-Dutroux in 1996 werden zedendelinquenten in de regel begeleid, maar die praktijk raakte na tien jaar weer in het slop.
De zaak-Faber laat zien dat daarmee nog niet alles is opgelost. Uiteindelijk moeten rechters of behandelaars uiterst lastige afwegingen maken, die verkeerd kunnen uitpakken. „We krijgen het risico nooit naar nul”, zei psychiater Nils Verbeeck deze week in De Standaard. „Maar elk slachtoffer dat we kunnen voorkomen, is een succes.”