Export-WW knaagt aan solidariteitsgevoel van belastingbetaler
Het voltallige kabinet is tegen, net als de hele Tweede Kamer; zelfs alle Nederlandse europarlementariërs verzetten zich. Toch wordt het, naar alle waarschijnlijkheid, mogelijk dat een Pool of andere arbeidsmigrant straks zijn Nederlandse werkloosheidsuitkering zes maanden mag meenemen naar zijn land van herkomst, terwijl dat nu nog drie maanden is. Een meerderheid in de EU is voor het verruimen van de termijn van deze zogenoemde export-WW. Nederland trekt aan het kortste eind. En dat is geen goed nieuws: het bevordert uitkeringstoerisme en fraude, is slecht voor het draagvlak voor de EU en het knaagt aan het solidariteitsgevoel van de Nederlandse belastingbetaler.
Nederland heeft binnen de EU veel te maken met deze export-WW’s. De afgelopen vijf jaar ging 80 procent van deze 17.000 uitkeringen naar Poolse arbeidsmigranten, berekende uitkeringsinstantie UWV.
Uiteraard heeft Nederland een verplichting ten opzichte van Polen die in Nederland werken: het sociale vangnet geldt ook voor arbeidsmigranten. Als zij werkloos raken, hebben ook zij recht op een uitkering. Dat staat buiten kijf. Het is dan wel de plicht van de uitkeringsgerechtigde om dit recht niet te misbruiken.
Elke Pool die met zijn WW-uitkering terugkeert naar Polen heeft daar een sollicitatieplicht. Toch vindt vrijwel geen enkele Pool in zijn thuisland een baan. Heeft in Nederland 46 procent van de mensen met een WW-uitkering binnen drie maanden werk, in Polen is dat slechts 1 procent. En dat terwijl de Poolse economie draait als een tierelier. Er is werk genoeg, zeggen Poolse economen.
Polen en andere arbeidsmigranten lijken naar hun land terug te gaan om familie te zien en vakantie te vieren, maar niet om te werken. Reden? De Nederlandse WW-uitkering is twee keer zo hoog als het Poolse minimumloon. Elke prikkel om aan de slag te gaan, ontbreekt daarmee.
Deze praktijk is zuur voor hardwerkende Nederlanders die netjes WW-premie afdragen. Ze botst met het solidariteitsprincipe van het sociale stelsel. Een WW-uitkering is in dit geval geen sociaal vangnet, maar een riant inkomen voor mensen die een paar maanden terug willen naar huis.
De hele Tweede Kamer wond zich dinsdag terecht op over de uitbreiding van de regeling naar zes maanden. Minister Koolmees (Sociale Zaken) kon weinig anders doen dan uitleggen hoe Europese regelgeving tot stand komt en zeggen dat hij er zelf ook ongelukkig mee is.
Nederland moet EU-regels netjes uitvoeren, ook die van een verlenging van de export-WW. Hoe vervelend die regeling ook is.
Wel moet de overheid er alles aan doen om handhaving van de regels, bijvoorbeeld die rond de sollicitatieplicht, te verbeteren en fraude tegen te gaan. Het UWV heeft daarin een belangrijke rol. Die valt nog te verbeteren. Laat minister Koolmees daarop toezien.