Senaat schort stemming gokwetten op
De Eerste Kamer zal volgende week nog niet stemmen over de invoering van twee nieuwe wetten die het Nederlandse gokbeleid moeten moderniseren.
Bij diverse partijen, waaronder SP en SGP, maar ook bij de regeringspartijen CDA en ChristenUnie, riep de uitleg van minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) dinsdag dermate veel vragen op dat Senaatsvoorzitter Broekers-Knol besloot een vervolgdebat in te stellen. Dat wordt volgende week dinsdag gevoerd.
Afgesproken is verder dat Dekker uiterlijk vrijdag in een brief nader tekst en uitleg geeft.
Een van de wetten, die al in 2012 aanhangig werd gemaakt, gaat over het legaliseren van online gokken. Meedoen aan de zogenaamde niet-landgebonden kansspelen is volgens de wet nog altijd verboden. Cijfers laten echter zien dat zo’n 3,5 procent van de Nederlanders van 16 jaar en ouder op zijn tijd graag een digitaal gokje waagt.
Meedoen aan zo’n gokspelletje is niet zonder risico’s. Jaarlijks komen er zo’n 30.000 deelnemers door in de problemen, zo bleek in 2016 uit onderzoek.
Omdat de kansspelen op afstand verboden zijn, kan de overheid alleen handhaven, maar geen nadere regels stellen. Al in 2012 probeerde Rutte I aan die situatie een eind te maken door het introduceren van een vergunningstelsel op de digitale gokmarkt. Op die manier zou een veilig marktsegment moeten ontstaan van bonafide aanbieders, waarin spelers tegen de meest voorkomende risico’s zijn beschermd.
De Kansspelautoriteit, een door de overheid aangestelde toezichthouder, krijgt met de wet extra mogelijkheden om op te treden tegen aanbieders van illegale gokspelletjes. De wet moet bovendien een impuls geven aan het Nederlandse preventie- en verslavingsbeleid. In de vergunningsvoorwaarden staat onder meer dat elke speler een profiel van zichzelf moet aanmaken, waarna zijn speelgedrag digitaal kan worden gevolgd. Dreigt een speler te ontsporen, dan moet het gokbedrijf ingrijpen en de probleemspeler in contact brengen met de verslavingszorg. Elke vergunninghouder moet bovendien een functionaris aanstellen die voor de Nederlandse spelers van de organisatie het preventiebeleid coördineert.
Dekkers plan wordt op hoofdlijnen gesteund door VVD, D66, PVV en PvdA; samen genoeg voor een meerderheid. De christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP vinden Dekkers beleid net als de SP en de Partij voor de Dieren een vorm van wensdenken. Zij vrezen dat online gokken op deze manier steeds verleidelijker wordt en voorzien dat het aantal probleemspelers er de komende jaren door groeit. Ook GroenLinks heeft nog de nodige bedenkingen.
Voor het vervolgdebat van volgende week moet Dekker de twijfelaars ervan overtuigen dat de wet hem voldoende mogelijkheden biedt om buitenlandse aanvragers van een vergunning met een slechte staat van dienst (tijdelijk) van de markt te weren. Ook willen partijen weten of hij wel genoeg kan optreden tegen socialmediareclames die jongeren en andere kwetsbare groepen aanzetten tot gokken. Een laatste punt van zorg is het ontbreken van voldoende bevoegdheden om de websites van foute aanbieders te blokkeren.
Zeer twijfelachtig is of de tweede gokwet de eindstreep haalt. Deze voorziet in een nieuw speelcasinoregime, waarbij Holland Casino, nu nog in staatshanden, wordt geprivatiseerd en naar de markt wordt gebracht.