ChristenUnie: Snel EU-beraad over nieuwe missie naar Syrië
Wie beheerst straks Noord-Oost Syrië als Trump zijn militairen uit het land terugtrekt? Nederland moet de ministers van Buitenlandse Zaken uit de EU bijeenroepen voor beraad, én willen bijdragen aan een gezamenlijke Syrië-missie, stelt CU-Kamerlid Voordewind.
„Roekeloos.” Zo noemde de inmiddels teruggetreden Amerikaanse defensieminister Mattis de aankondiging van zijn president om de Amerikaanse troepenmacht van zo’n tweeduizend militairen op termijn terug te trekken uit Syrië. „Helemaal eens”, zegt CU-Kamerlid Voordewind. „Het gat dat Amerika dan achterlaat, moet worden opgevuld. De Britten die er nu met een beperkt aantal mensen actief zijn en de Fransen die er een paar honderd special forces hebben kunnen het niet alleen.”
Eind 2016 begon een bondgenootschap van EU-landen, waaronder Nederland, met de VS een offensief tegen IS in Irak en Syrië. De VS sloot daartoe een alliantie met de Syrische Democratische Strijdkrachten; een combinatie van het Syrisch-Koerdische leger YPG, aangevuld met Syrisch-Arabische-strijders. Deze gelegenheidscoalitie controleert het Noordoostelijk deel van Syrië; bij elkaar eenderde van het Syrisch grondgebied ten zuiden van Turkije en ten oosten van Irak.
Wat de Koerden in dat gebied staat te duchten als Amerika straks daadwerkelijk de aftocht blaast? „Veel”, zegt Voordewind. „Erdogan beschouwt de YPG als een terroristische organisatie en is al bezig zijn troepen samen te trekken bij de grens. Hij heeft de Fransen te verstaan gegeven dat ze moeten vertrekken. Dat maakt de weg vrij voor een nieuw Turks offensief, net als die van 2018 en van 2016 in Afrin en Jarablus.”
Ook voor de christenen in Noord-Oost Syrië is een nieuwe Turkse inval een somber vooruitzicht, tekent Voordewind aan. „Als Erdogan binnenvalt, is de kans groot dat zij mét de soennitische Koerden worden verjaagd. Net zoals in Afrin is gebeurd.”
Als Europa Turkije na het vertrek van het Amerikaanse leger niet langer weet af te schrikken, zal de Koerdische legerleiding de nu nog aan de grens met Irak gelegerde troepen terughalen, verwacht Voordewind. „IS, dat zeker nog niet volledig is verslagen, dreigt dan vrij spel te krijgen in Zuid-Syrië.” De Europese landen moeten dus de handen ineenslaan en overleggen hoe ze steun kunnen bieden aan Engeland en Frankrijk, zegt het Kamerlid.
Hij wil dat Nederland daarvoor het initiatief neemt. Welke bijdrage ons land moet leveren aan een nieuwe Syriëmissie kan in een later stadium aan de orde komen, zegt Voordewind. „Je kunt denken aan het leveren van materieel en munitie, en mogelijk ook aan het sturen van militairen.” De kans op een zwaar grondoffensief tegen IS is volgens hem klein. „Daarvoor is het kalifaat te zeer verzwakt. Het gaat vooral om de afschrikking.”