Column: De economie van Kerst
We zouden het zo tegen het einde van het jaar kunnen hebben over een typisch ”duurzaamheid & economie”-onderwerp. Over hete hangijzers als dividendbelasting of de energietransitie, bijvoorbeeld.
Liever snijd ik op deze kerstavond 2018 een belangrijker thema aan: het wonder van de incarnatie, van God die een menselijk lichaam aannam. De vleeswording Gods, zoals het vroeger heette, schijnt weinig met economie te maken te hebben. Maar schijn bedriegt.
Afgelopen weken las ik een Nederlandse vertaling van ”Cur Deus homo” (”Waarom God mens werd”), een tekst uit het jaar 1098. Naast het titelblad prijkt een afbeelding van de auteur, aartsbisschop Anselmus van Canterbury. Sinterklaas, volgens mijn dochter.
In het boek filosofeert Anselmus over de vraag waarom God afdaalde naar de aarde om in armzalige omstandigheden te worden geboren uit een maagd. Was dat wel nodig? Had God Zijn heilsplan niet op een minder ingewikkelde wijze kunnen voltrekken?
De theorie die Anselmus ontvouwt, is bekend geworden onder de naam ”verzoening door voldoening” en staat bol van de economische (en juridische) beelden. Zijn leer komt in het kort hierop neer. Door te zondigen heeft de mensheid een schuld op zich geladen. Zij schoot tekort in de dienst aan God en beroofde Hem van Zijn eer door zich te laten overwinnen door de duivel. Aangezien de mens alles al aan God dankt, is er niets waarmee hij zichzelf schuldeloos kan stellen. God moet er dus zelf in voorzien, maar de betaling moet komen van de kant van de mensheid.
Dit is waarom er een Godmens geboren moest worden op aarde. Jezus Christus betaalde door gehoorzaam te leven en vrijwillig te sterven. Met zijn kruisdood kreeg de Zoon recht op een compensatie van de Vader, waarmee hij de mensheid vrijkocht van schuld.
Een goed protestant vraagt zich bij dit soort theologische spitsvondigheden natuurlijk af of er wel grond voor is in de Heilige Schrift. Feit is dat ook het Nieuwe Testament grossiert in economische beeldspraak. We lezen er over de vergeving van schuld, de rijkdom van Gods genade en de Heere Jezus Christus, Die omwille van ons arm is geworden. Ook gaat het over Christus, Die zijn leven geeft als losprijs voor de mensen en hen vrijkoopt met Zijn kostbaar bloed.
Een vraag die er geen beantwoording vindt, is aan wie Christus dan een losprijs betaalt en van wie hij hen vrijkoopt. Dit heeft een aantal vroege kerkvaders verleid tot de gedachte dat de mensheid moest worden vrijgekocht uit de machtsgreep van de satan. Sint Anselmus keerde zich eeuwen later expliciet tegen deze gedachte: Christus betaalde een losprijs aan God de Vader, niet aan de rechteloze duivel.
Het lijkt me weinig heilzaam om deze laatste kwestie aan de kerstdis te bespreken. Met Kerst lonken Goede Vrijdag en Pasen aan de horizon.
Wat er in deze tijd van het kerkelijk jaar daagt in het Oosten is de menswording van God. Met deze perspectiefwisseling zijn de economische thema’s overigens niet uit beeld. De grote Augustinus tekent Christus ergens als de ”goddelijke koopman” die vanuit de hemel op aarde kwam om handel te drijven. Bij deze gelegenheid wisselde Hij zijn goddelijke gestalte in voor een menselijke, zelfs voor die van een slaaf. Augustinus spreekt van een ”goddelijke handelstransactie” en een ”wonderbaarlijke ruil”.
In oude, op de vijfde eeuw teruggaande liturgieën klinkt het gezang ”O admirabile commercium”: ”O wonderbare ruil: de Schepper van het menselijke geslacht neemt een bezield lichaam aan en wil uit een maagd worden geboren; en uit haar voortkomend zonder tussenkomst van een man, heeft Hij ons zijn Godheid geschonken.” Kerst gaat dus over de God Die mens werd om ons goddelijk te maken. Als dat geen economie is. Ik wens u gezegende kerstdagen.
Dr. J. W. Hengstmengel is werkzaam aan de Tilburg School of Catholic Theology. Zijn onderzoek richt zich op de verhouding tussen theologie en economie. Reageren? rubriekforum@refdag.nl