MH17-nabestaande: snel beginnen met rechtszaak
Het strafproces tegen de mensen die verantwoordelijk zijn voor de ramp met vlucht MH17 moet nu echt snel van start gaan. Volgend jaar is het vijf jaar geleden dat het vliegtuig met aan boord 298 passagiers, onder wie 193 Nederlanders, boven Oost-Oekraïne werd neergeschoten. „Alle daders en betrokkenen moeten bekend zijn na 4,5 jaar intensief speurwerk”, zegt nabestaande Evert van Zijtveld.
„Bovendien is de ‘emotionele’ wachttijd voor het starten van een strafproces bijna verstreken.” Hij vindt dat „de laffe daders en betrokkenen” voor de rechter moeten verschijnen om zich te verantwoorden. „Zo snel mogelijk. Hoe langer er gewacht wordt, hoe minder nabestaanden het proces mee kunnen maken, want wij worden ook niet jonger.”
Van Zijtveld verloor zijn twee kinderen en schoonouders bij de ramp op 17 juli 2014. Hij was voorzitter van de Stichting Vliegramp MH17 en eerder dit jaar richtte hij ter nagedachtenis van zijn kinderen het Frederique en Robert-Jan van Zijtveld Fonds op, om kwetsbare kinderen tussen de 6 en 18 jaar te helpen hun basis te versterken en talenten te ontplooien.
„Na een periode van bijna vijf jaar is het belangrijk dat er een nieuw evenwicht is gevonden om op een ‘positieve of zinvolle’ manier verder te gaan”, zegt hij over het het fonds. Maar: „Ik ervaar deze periode van het jaar als een heel moeilijke tijd, als je bedenkt dat mijn beide kinderen en schoonouders zijn vermoord.”
Het Joint Investigation Team (JIT), dat onderzoek doet naar de MH17-ramp, liet afgelopen mei tijdens de presentatie van zijn onderzoeksbevindingen weten dat de rechtszaak „waarschijnlijk” binnen vijf jaar van start kan. Het staat volgens het JIT vast dat het vliegtuig is neergehaald met een BUK-raket die is afgevuurd door de 53e luchtafweerraketbrigade uit Koersk, een onderdeel van het Russische leger. Ook de namen van de hoofdverdachten zouden bekend zijn bij het onderzoeksteam.
De rechtszaak kan wat Van Zijtveld betreft niet snel genoeg beginnen. „Mijn wens voor 2019 is dat de zaak in het nieuwe jaar gaat plaatsvinden. De daders en medeplichtigen mogen niet denken dat zij hun straf kunnen ontlopen.”