Kerk & religie

CGK zoeken contact met Hersteld Herv. Kerk

De generale synode 2004 van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft dinsdag besloten deputaten voor de eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland op te dragen „de mogelijkheid voor het aangaan van contacten met de Hersteld Hervormde Kerk te onderzoeken.”

Kerkredactie
20 October 2004 09:22Gewijzigd op 14 November 2020 01:46

In Nunspeet ging dinsdag de tweede zittingsweek van de synode van Utrecht-West/Nunspeet van start. Tijdens deze vergadering kwam het onder meer tot een vervolg van de bespreking van het rapport van deputaten eenheid gereformeerde belijders. In het voorstel van de commissie die de synode had voorbereid, werd aan deputaten eenheid opgedragen „de mogelijkheid tot het aangaan van contacten met de Hersteld Hervormde Kerk te onderzoeken en van hun handelingen verslag te doen aan de volgende generale synode.”

Ds. J. Van Amstel uit Ede sprak zijn erkentelijkheid uit. „We hebben altijd een goede samenwerking gehad met de Gereformeerde Bond. Nu hebben we te maken met een zusterkerk. Dat betekent dat we des te meer naar hen moeten omkijken en contact met hen moeten zoeken.”

Waarom is het voorstel zo zuinig geformuleerd? vroeg ds. M. J. Kater uit Zeist zich af. „Waarom zeggen we niet gewoon dat we contacten aangaan?”

We hebben hier te maken met een kerk in wording, antwoordde de rapporteur van de commissie, ds. P. D. J. Buijs. „We willen in alle bescheidenheid naar de HHK toe gaan. Waarbij duidelijk mag zijn dat er van onze kant een hartelijk verlangen is om met hen in contact te komen.” Tegelijk liggen er op dit moment nog best wat vragen, zei hij. „Hoe moeten we het bijvoorbeeld zien dat zij zich baseren op de kerkorde van 1951? Wij zijn daar verbaasd over. De Gereformeerde Bond had destijds grote bezwaren tegen deze kerkorde.”

Prof. dr. J. W. Maris, voorzitter van deputaten eenheid, zei richting ds. Van Amstel nog niet meteen van een zusterkerk te willen spreken. „Dat plegen we pas te doen na de nodige erkenning door de synode.”

Voorzichtigheid is geboden, stelde de hoogleraar, ook vanwege de goede contacten die er inmiddels zijn met de Gereformeerde Bond. „Als deputaten hebben we dan ook ingestemd met de voorzichtige formulering van de commissie.” Dr. Maris merkte op dat er binnen de HHK sprake is van heterogeniteit. „Duidelijk is bijvoorbeeld dat er verschillend wordt gedacht over een zaak als het aanbod van genade. Dat zou kunnen betekenen dat we met hen soortgelijke gesprekken moeten voeren als met de Gereformeerde Gemeenten.”

De synode besloot deputaten op te dragen de mogelijkheid tot het aangaan van contacten met de HHK te onderzoeken. Rapporteur ds. Buijs beklemtoonde daarbij dat de CGK „ook de contacten met de GB goed willen houden.”

Al eerder sprak de synode over de contacten met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Dinsdag besloot zij te blijven bij de uitspraak van de generale synode 2001, dat het zogeheten federatieve groeimodel „een goede vorm is om aan de gevonden eenheid in een proces van geleidelijkheid verder gestalte te geven.” Vooralsnog wordt dit model echter niet ingevoerd, „omdat noch de naam, noch de bedoeling van dit model aan alle kerken duidelijk is en de noodzakelijke eenparigheid daarvoor op dit moment ontbreekt.” Dit betekent, aldus de synode, „temeer een appèl aan de kerken om indien mogelijk plaatselijk contact te zoeken dan wel bestaande contacten uit te breiden.”

Deputaten werd verder opgedragen de kerken opnieuw te benaderen om de bedoeling van het federatieve groeimodel uit te leggen, van hen opnieuw een oordeel over dit model te vragen, en reacties uit de kerken inzake het federatieve groeimodel „geestelijk te ’wegen’ en de GS van 2007 met de uitkomst van die weging te dienen met het oog op een verantwoorde besluitvorming.”

Daarnaast kregen deputaten de opdracht in de komende periode „vanuit de bereikte principiële overeenstemming nadrukkelijk door te spreken over het door velen opgemerkte verschil tussen die overeenstemming en de praktijk, vooral ten aanzien van de prediking.” De synode droeg deputaten ten slotte op „samen met deputaten GKV materiaal te ontwikkelen en nieuwe wegen te zoeken om het gesprek over en het ambtelijk toezicht op de prediking binnen de eigen kerkgemeenschap en tussen de kerken op plaatselijk vlak te dienen” en thema’s aan te reiken die de contacten tussen beide kerken kunnen bevorderen.

Ten aanzien van de contacten met de Gereformeerde Gemeenten meldde de synodecommissie van oordeel te zijn dat het feit dat er voor het eerst na vele jaren een officieel contact met dit kerkverband is geweest, „een reden tot dankbaarheid is.” Gelet op de nood der tijden is er ook aanleiding om met de Gereformeerde Gemeenten, als kerk die de gereformeerde belijdenis onderschrijft, „contact te houden conform het besluit van de generale synode 2001, al is er op dit moment geen perspectief op kerkelijke eenheid.” Een dergelijke vorm van contact kan, aldus de commissie, nuttig zijn om „geestelijke herkenning te bevorderen en zo nodig actuele ontwikkelingen te bespreken.”

Prof. Maris maakte melding van de goede sfeer waarin de gesprekken hebben plaatsgehad en gaf aan deze graag te willen voortzetten. „Maar er blijven barrières liggen.”

De synode besloot de Gereformeerde Gemeenten te verzoeken hun commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid (KEV) op te dragen „het gesprek met deputaten eenheid voort te zetten, om geestelijke herkenning te bevorderen en zo nodig actuele ontwikkelingen te bespreken” en deputaten de opdracht te geven „bij een positieve beslissing van de Gereformeerde Gemeenten een geregeld contact te houden met de commissie KEV.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer