Eerlijke boodschap
Ezechiël 3:18
„Als Ik tot de goddeloze zeg: Gij zult de dood sterven, en gij waarschuwt hem niet, en spreekt niet, om de goddeloze van zijn goddeloze weg te waarschuwen, opdat gij hem in het leven behoudt; die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen.” „Doch als gij de goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd” (Ezechiël 3:19). De apostel Paulus scherpt dit de ouderlingen der kerk van Efeze in, hen vermanend (Handelingen 20) dat zij acht nemen op zichzelf, en op de hele kudde, waarover de Heilige Geest hen gesteld had tot bisschoppen, om de kerk Gods te weiden en de wolven te weren.
Tot onze Jesaja terugkerend, zegt hij dat de voeten der herders op de bergen, en daarom in het midden tussen God en de mensen gesteld zijn. Vandaar kan hun hele gang door allen –enerzijds van de hoogste God, anderzijds van de volkeren die tot Sion komen– gemakkelijk gezien worden.
Johannes Polyander, hoogleraar in Leiden (”Preek over Jesaja 52:7”, 1618)