Buitenland

Carlton Deal op zendingsreis naar Europa

Behoefte om de officiële pastor van het Europees Parlement te worden, heeft Carlton Deal niet. Hij wil gewoon als Amerikaanse vriend worden vertrouwd. En verder een beetje buiten beeld blijven. „Europarlementariërs hebben een moeilijk leven. Zulke mensen hebben iemand nodig om mee te kunnen praten.”

9 November 2018 21:04Gewijzigd op 17 November 2020 04:57

Op het Van Meyelplein in Brussel stond vroeger de Sint-Gertrudiskerk van Etterbeek. In 1972 werd die door een storm geveld. Dat zorgt midden in de drukke stad voor een open ruimte met een klein park. Carlton Deal wandelt er doorheen en wijst naar de Italiaan op de hoek. In het Frans bestelt hij een ”plat du jour.”

Een paar straathoeken verder staat het grote Berlaymontgebouw van de Europese Commissie. Binnenkort hoopt Deal met zijn organisatie Serve the City met mensen van de Commissie naar vluchtelingen en bejaarden te gaan. „We hebben ingeschreven op een project en het gekregen. In groepen van tien gaan de ambtenaren de stad in om behoeftige mensen te helpen. Het gaat om duizend ambtenaren, dus het zijn nogal wat groepen.”

Het kantoor van Deal zit op een verdieping in een voormalig kloostergebouw aan het Van Meyelplein. In de gevel zijn woorden ingemetseld: ”Donner aux pauvres c’est prêter à Dieu”. „Is het niet mooi?” vraagt Deal. „Het komt uit Spreuken 19: Geven aan de armen is lenen aan God.”

Deal is goed in het onthalen van gasten. „Goed dat je er bent. Hoe was je reis?” Hij wenkt collega’s om de bezoeker ook even te begroeten.

Wel een beetje Amerikaans, geeft hij achteraf toe. „Zo zijn wij nu. Gisteren hielden we met enkele Europarlementariërs onze bidstond. Heel even kwam er een Amerikaan binnen. Die was zo overweldigend, dat de sfeer vanaf dat moment anders was. Opener.”

Carlton groeide op in de Peninsula Community Church (PCC) aan de Amerikaanse oostkust. Hij noemt het een „netwerk van non-denominationele Bijbelgetrouwe kerken.” Zijn gemeente had een zendeling in België. „Op mijn zestiende kreeg ik zelf ook een roeping voor Europa.”

Samen met zijn vrouw werkte hij in de jaren negentig voor Youth for Christ in Genève. Terug in Amerika baden ze twee jaar om een nieuwe bestemming. „Met tienerkids was dat geen makkelijke vraag. Even dachten we dat het Kazachstan zou worden. Tot iemand zei: God schrijft Europa in jouw leven. En dat was waar. Europa is een vergeten missiegebied. Er zijn veel zendelingen in Afrika en Azië, maar weinig in Europa. Terwijl de Europese kerk zo veel vitaliteit heeft verloren. Toen ik dat zag, wilde ik eraan meewerken om het leven terug te brengen.”

Hoe is het om je land te verlaten en je leven ergens anders weer op te bouwen?

„We voelen ons hier thuis, maar blijven natuurlijk vreemd. Toch is het voor ons veel makkelijker dan zendelingen in eerdere generaties. Die kwamen nooit meer terug in hun vaderland. Wij zitten op acht uur vliegen afstand en gaan elk jaar terug. Voor de familie is het wel een aanpassing. Onze kinderen groeien op zonder grootouders.”

Zo kwam Deal in 2004 in hartje Brussel. „Net als in Genève zitten we weer in de internationale luchtbel. Maar nu zijn we iets meer geïntegreerd. Ik heb er bijvoorbeeld voor gekozen om Frans te leren.”

De website van uw kerk, The Well, is helemaal in het Engels.

„Niet lang meer. Tot nu toe beperkten we ons tot de Schumanwijk. Dat is de Europese wijk, waar Engels normaal is. Maar we willen nieuwe gemeenschappen stichten in andere wijken. En die zijn vermoedelijk meer Frans.”

The Well is bewust laagdrempelig. „Relationeel, niet traditioneel. Ik bewonder de kerkelijke tradities; zowel de protestantse als de rooms-katholieke en de orthodoxe. Maar wij kiezen bewust voor een benadering laag bij de grond. Grassroots, heet dat.”

Wat is dat?

„Iedereen zet zijn natuurlijke gaven in. Wij stellen de vraag: waar stuurt God jou heen? De een kan goed omgaan met kinderen. Een ander heeft zicht op sociale rechtvaardigheid. Al samenwerkend vorm je een functioneel lichaam.

We hebben bewust geen eigen gebouw. We komen liever samen in een gemeenschapshuis of een café. Daarom mag de groep natuurlijk niet te groot worden. Zodra we boven de zeventig mensen groeien, moeten we ons opdelen richting een andere wijk.”

Wat voor mensen komen naar The Well?

„Veel twintigers en dertigers uit allerlei landen in Europa. Veel van hen zijn opgegroeid met een christendom dat alleen uit een naam bestaat. Ze zoeken iets wat niet traditioneel is, maar wel een beroep doet op persoonlijk geloof. Vorig jaar hebben we een babyboom gehad. Dat is mooi, want we hadden nooit veel kinderen in de kerk.

We zijn als gemeenschap ook een soort familie. Ik merk dat mensen na de dienst op zondagochtend niet alleen samen koffie drinken maar ook langer bij elkaar blijven. Soms zie ik ’s middags om vijf uur nog groepjes.

Wij denken niet allemaal hetzelfde. Ik ben zelf bijvoorbeeld voorstander van de geloofsdoop. Maar als iemand me vraagt zijn baby te dopen, doe ik dat ook. Dopen doen we bij een bron in Leuven. Dat past goed bij de naam van onze gemeente: The Well.

Doordeweeks doen we allerlei dingen, zoals gebedswandelingen. Dan bidden we voor deze omgeving. Via Serve the City proberen we ook concreet te helpen in de omgeving, via verenigingen, vluchtelingenopvang of ouderentehuizen.

Sommigen van ons doen ook aan ”treasure hunting”; dan bid je of God iets laat zien van iemand die jou nodig heeft –bijvoorbeeld de kleur van de jas– en je gaat vervolgens de straat op om naar hem of haar uit te kijken. Die kun je dan aanspreken en soms met hem of haar bidden. Zelfs mensen die sceptisch stonden tegenover deze methode hebben ervaren hoe God hierdoor soms verrassingen geeft.”

Staat de Europese wijk open voor het Evangelie?

„Toch wel, denk ik. Met de kerk zijn de meeste mensen wel een beetje klaar. Maar er is zeker een openheid voor het spirituele. Zelf heb ik eens meegedaan aan een mindfulnesswandeling.” Deal glimlacht. „Dat lijkt vaag, maar is het niet. Je neemt iets in gedachten en al stappend mediteer je daarover. Ik heb Filippenzen 1 genomen. Aan het eind deel je je gedachten. Op die manier kun je in die kring iets van God door geven. Eerder vond ik dat we als christenen een eigen geestelijke ruimte moeten claimen. Maar we kunnen ook aansluiten bij zoiets. Denk gewoon aan Psalm 46: wees stil en weet dat Ik God ben.”

De kracht van Europese kerken is dat ze zijn gebaseerd op geografische wijken. „Op die manier kun je de buurt dienen. Je bent beter geïntegreerd in het gewone leven.”

Wel betwijfelt hij soms of de wijkkerken echt openstaan voor de buurt. „Ze zijn zo goed georganiseerd dat ze niet flexibel zijn. Dan kunnen we leren van Jezus. Was Zijn leven immers geen chaos? Het waren de farizeeën die goed georganiseerd waren.”

Wat is het verschil tussen het kerkelijk leven in Europa en Amerika?

„Europa is traditioneel, maar niet altijd persoonlijk. Als Amerikaanse evangelicalen zijn wij persoonlijk en informeel. Onze kracht is dat we het Evangelie op een kladblaadje kunnen samenvatten. In Europa is het christendom dieper geworteld. Maar traditie kan het leven verliezen.”

Bij de Italiaan wordt het druk. In Brussel wordt de lunchtijd ruim benut. Op een bankje in het park vertelt Deal verder over zijn werk onder leden van het Europees Parlement. Twee keer per maand komt hij op woensdag samen met een groepje van zes tot tien parlementsleden. „Een van hen houdt een overdenking, doorgaans over het leven van Jezus. Daarover spreken we door. Ook mensen die van huis uit niet gewend zijn aan het kringgebed doen daar toch aan mee. Tot slot bidden we het Onze Vader in onze eigen taal.”

De bidstond is niet bedoeld om over politiek te praten. „Er komt weleens iets langs, en dat is prima. De meesten zijn pro life en lid van de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP), maar niet allemaal. Ik ben helemaal niet bezig met politiek. Ik ben uitdrukkelijk ook geen lobbyist of zo.”

Welke rol hebt u wel?

„Heel eenvoudig: optrekken met volgelingen van Jezus. Ik wil graag dat ze me als vriend vertrouwen. Zo ben ik de onzichtbare lijm tussen hen. Maar ik blijf achter de schermen. Ook tijdens een bidstond doet een ander het woord.

Vergeet niet: Europarlementariërs hebben een moeilijk leven. Ze zijn veel weg van hun gezin. Zelfs in vrije weken staat hun agenda vol afspraken. Ze twijfelen vaak of ze zich weer kandidaat moeten stellen. Anderen ervaren problemen in hun huwelijk. Ik ken er ook enkele met een gehandicapt kind. Over het algemeen zijn het bescheiden en integere mensen. Ze zitten er vaak over in of ze wel een goed leven leiden.

Zulke mensen hebben iemand nodig om mee te praten. Het Europees Parlement heeft geen officiële pastor, zoals bijvoorbeeld het Amerikaanse Congres. Die taak moet een ander dan op zich nemen.”

Jaarlijks organiseert Deal begin december het Europees gebedsontbijt in het Europees Parlement. „Daar zijn meer parlementsleden bij betrokken. Er komen dan ook altijd mensen van buiten bij.”

In een belrondje onder mensen in het Europese wereldje viel op dat velen weten wie u bent, maar dat niemand weet wat uw hobby’s en eigenaardigheden zijn.

„Haha, dat is precies zoals het moet zijn. Ik ben hier namelijk niet voor mezelf, maar voor anderen. En wat mijn hobby’s betreft: ik kan een eenwieler rijden.”

U bent het „goede voorbeeld”, zegt iemand op LinkedIn. „Hij doet wat hij zegt en inspireert anderen om hetzelfde te doen.” Wat doet zoiets met u?

Verbouwereerd: „Ik ben een beetje in verlegenheid gebracht. Ik houd van mijn werk en van de mensen die ik tegenkom.”

Uw vrouw Shannon schreef het boek ”Rest”, over de dagelijkse sabbat. Lukt het met die rust?

„Goeie vraag. Vanwege al ons werk houden mijn vrouw en ik op vrijdag rust. Ik ben altijd nog verwonderd hoe God helpt om die dag vrij te houden. Ik krijg bijvoorbeeld nauwelijks telefoontjes en zo.

De andere dagen zitten vol. Niet dat ik elke zondag hoef te preken. Soms schenk ik alleen koffie. Maar toch moet ik er zijn.

Shannon schrijft in haar boek dat de rust niet volgt op het werk, maar andersom. Net als God werken wij vanuit de rust. Die gedachte deel ik.

Haar nieuwe boek heet ”Risk”. Dat gaat over alle zekerheden die onze generatie zoekt. Denk aan de opvoeding: we volgen onze kinderen het liefst met een helikopter. Terwijl God zegt dat we in vertrouwen op Hem avonturen mogen aangaan.”

Het werk in Brussel is zo’n avontuur, zegt hij. „We zijn uitgezonden vanuit de PCC. Maar het benodigde geld zamelen we zelf in. Daarom gaan we elk jaar terug om onze vrienden te ontmoeten. Een begroting hebben we niet. Zolang er geld komt, kunnen we doorgaan. En anders houdt het op.

Die afhankelijkheid is een risico. Maar we zijn zodoende aan God verbonden. In het paradijs wilden we onafhankelijk zijn; los van God. We moeten echter leren in alles op God te vertrouwen en risico’s te nemen.”

Levensloop Carlton Deal

Carlton Deal werd in maart 1964 geboren in Virginia. In de Verenigde Staten studeerde hij theologie en haalde hij een graad in organisatorisch leiderschap.

In Brussel geeft hij leiding aan drie organisaties. Als zendeling is hij verbonden aan de kerkelijke gemeenschap The Well. Daarnaast is hij directeur van de organisatie Serve the City International, die charitatieve activiteiten ontplooit in de Belgische hoofdstad. Verder organiseert hij elk jaar begin december het European Prayer Breakfast (EPB) in het Europees Parlement.

Samen met zijn vrouw Shannon heeft hij twee kinderen: Ani en Parker.

Meer over
Het Gesprek

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer