In de nasleep van de Syrische oorlog is vooral realiteitszin vereist
Het conflict in Syrië lijkt zijn einde te naderen. Dat betekent echter geenszins dat de oorlog voorbij is, want nu is de stoelendans om de buit begonnen. De Amerikanen vissen vermoedelijk achter het net.
Op 27 oktober waren de Franse president Macron en de Duitse bondskanselier Merkel te gast in Istanbul. Ze waren uitgenodigd door de Turkse president Erdogan om te discussiëren over de toekomst van Syrië. Ook Erdogans nieuwe beste vriend Poetin gaf acte de présence.
Het was een merkwaardig gezelschap van vier politieke leiders die totaal verschillende ideeën over Syrië hadden. Dat bleek ook uit hun slotcommuniqué. Hierin werd in vage termen gesproken over de noodzaak om voor de Syrische crisis een politieke oplossing te vinden. Ook de territoriale integriteit van Syrië werd benadrukt. Dat klonk nogal ironisch, als je bedenkt dat Turkije bezig is om het noorden van Syrië feitelijk te kolonialiseren.
Rond diezelfde tijd ontving de Syrische president Assad in Damascus een politieke delegatie uit Polen. Bij die gelegenheid zei hij onder meer dat „veel Europese landen hun kijk op de realiteit hadden verloren.” Daarmee bedoelde Assad waarschijnlijk dat ze nog steeds niet doorhadden dat hij de oorlog in Syrië gewonnen had.
De Verenigde Staten hebben begrepen dat Assad niet op korte termijn zijn koffers zal pakken en hebben daarom in allerijl een nieuwe strategie in elkaar getimmerd. Dit beleid dient de Amerikaanse militaire presentie in Syrië te legitimeren. De nieuwe Amerikaanse koers in Syrië is er nu op gericht Iran uit dit land te verdrijven. Een doelstelling die eveneens door een gebrek aan realiteitszin werd ingegeven.
Militaire deskundigen schatten dat het Iraanse ‘leger’ in Syrië uit ruim 80.000 goedgetrainde strijders bestaat. De pakweg 2000 Amerikaanse soldaten in Syrië vormen geen enkele partij voor deze Iraanse overmacht, en het idee dat zij Iran uit Syrië zouden kunnen verdrijven is lachwekkend. Deze Amerikaanse militairen verkeren bovendien in een kwetsbare positie omdat ze gestationeerd zijn in regio’s die door de Syrische Koerden worden gecontroleerd.
Op 27 oktober begon Turkije plotseling de Koerden ten oosten van de Eufraat te bombarderen. Washington liet bezorgd weten dat dit Amerikaanse soldaten in gevaar had gebracht. Erdogan is echter vastbesloten heel noordelijk en oostelijk Syrië te zuiveren van Koerden en laat zich niets aan de Amerikanen gelegen liggen. Hij voelt zich namelijk gesterkt door Russische steun.
De Russische president Poetin heeft, in tegenstelling tot veel westerse leiders, langetermijndoelstellingen in Syrië die gebaseerd zijn op een uitgekiende lezing van de realiteit. Rusland is bepaald niet gecharmeerd van het Turkse militaire offensief in Syrië, maar ziet dit als een tijdelijk noodzakelijk kwaad. Turkije verdreef de Koerden al uit het Syrische Afrin en het ligt in de lijn der verwachting dat dit ook gaat gebeuren in Syrië ten oosten van de Eufraat.
Dit zal echter het einde inluiden van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Syrië, omdat de Amerikaanse bases zich in deze Koerdische regio’s bevinden. De Syrische Koerden zullen het op hun beurt op een akkoordje gooien met Damascus om zich te beschermen tegen de Turkse agressie. Door Turkije voorlopig zijn gang te laten gaan slaat Poetin dus twee vliegen in één klap.