Stuurgroep: Ruim graven niet zomaar
Soms zijn ze ineens verdwenen: graven van markante personen uit de geschiedenis. We moeten beter nadenken over het ruimen van laatste rustplaatsen, vindt Bert Lever van de stuurgroep Funerair Platform, die woensdag officieel wordt opgericht.
Het graf van Nobelprijswinnaar Frits Zernike (1888-1966) bestaat niet meer. Ruiming van de plek waar deze natuurkundige lag, had nooit mogen gebeuren, zei een beheerder van de Amsterdamse begraafplaats achteraf tegen Lever. „Zo’n voorbeeld laat zien: denk eerst drie keer na voor je een graf voorgoed opruimt”, zegt Lever. „Nederlandse Nobelprijswinnaars vertellen iets over de geschiedenis en daarom zouden hun graven bewaard moeten blijven.”
Als voorzitter van Terebinth, een stichting die zich inzet voor het behoud van funerair erfgoed, ontdekte hij grote verschillen in de manier waarop in Nederland wordt omgegaan met grafruiming. Het graf van Anne Zernike, zus van de Nobelprijswinnaar, bestaat bijvoorbeeld nog wel. Anne werd in 1911 Nederlands eerste vrouwelijke predikante.
Lever ziet soms initiatieven om dit soort erfgoed te behouden. „Op heel veel andere plekken gebeurt er niets.” Verschillende beheerders –kerken, gemeenten, particulieren– weten vaak niet van elkaar wat ze doen. Dat leidde tot de oprichting van een stuurgroep die aandacht wil vragen voor de onderwaardering van graven en grafstenen als cultureel erfgoed. Onder meer de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed maken er deel van uit.
Monument
Begraafplaatsen zijn doorgaans bedrijven die geld moeten verdienen, legt Lever uit. „Nabestaanden betalen voor tien of twintig jaar. Ze kunnen die termijn verlengen, maar als zij niet meer betalen, wordt een graf volgens protocol geruimd.” Soms neemt een begraafplaats bepaalde graven in beheer omdat die iets vertellen over de geschiedenis. „Je kunt niet van alle beheerders verwachten dat ze historiekenners zijn”, erkent Lever. Wel kunnen zij bijvoorbeeld een historische vereniging om advies vragen.
Of er landelijke regels moeten komen, weet de voorzitter van de nieuwe stuurgroep niet. „Ik zou dat diep in mijn hart wel mooi vinden, maar dat gaan wij niet in een paar jaar regelen. Het zou al goed zijn als het automatisme verdwijnt om alle graven te ruimen.”
Een monumentenstatus kan een oplossing zijn, zegt Lever. Zo is in zijn woonplaats Bennekom een „oud hoekje” op de begraafplaats uitgeroepen tot gemeentelijk monument. Daar bevindt zich de grafkelder van de familie Prins, die drie generaties burgemeesters voortbracht. Onder wie de enige burgemeester die Bennekom ooit heeft gehad, toen het dorp in de Franse tijd even onafhankelijk was van de gemeente Ede.
Wandelroute
Een van de voorbeeldbegraafplaatsen is volgens de voorzitter van de stuurgroep De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Bij de ingang kunnen bezoekers daar een wandelroute meekrijgen langs bijzondere graven, zoals die van oud-burgemeester Eberhard van der Laan. In Bennekom is een domineesroute langs graven van predikanten uitgezet. Ook noemt Lever twee begraafplaatsen die een plek hebben gekregen in het Leidse Singelpark.
Of er wel animo is voor initiatieven zoals bij De Nieuwe Ooster? „Er gaan de laatste jaren steeds meer mensen naar begraafplaatsen”, stelt Lever vast. „Gewoon om een rustplek te vinden, om meditatief rond te lopen, met elkaar te praten of op een bankje te zitten. Zo’n vijftig jaar terug wilden we de dood zo veel mogelijk uit het leven bannen. Het idee dat begraafplaatsen maar eng zijn, is aan het slijten. Daar kunnen we iets mee doen.”