Jordanië tart Israël met geknabbel aan vredesakkoord
Spanning tussen Israël en Jordanië nu de Jordaanse koning land terug wil. Dat is uit onvrede over stappen van Netanyahu en president Trump. De Israëlische premier laat het er niet bij zitten.
De Jordaanse koning Abdullah liet zondag weten dat Jordanië twee bijlagen van het vredesakkoord met Israël niet gaat vernieuwen. Zijn besluit kwam voort uit teleurstelling over de houding van de Amerikaanse president Donald Trump en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu.
In de bijlagen van het akkoord gaat het om twee stukken land, Naharayim (of Baqura in het Arabisch), ten zuiden van het Meer van Galilea, en Zofar (al-Ghamr), ten zuiden van de Dode Zee. Ze zijn van Jordanië, maar al vóór het vredesverdrag van 1994 gebruikten Israëlische boeren de grond, die geen strategische waarde heeft.
Het vredesverdrag dat beide landen in 1994 sloten, bepaalde dat Israël beide stukken land gratis mag blijven gebruiken gedurende 25 jaar. Jordanië zou Israël een jaar voor het einde van deze periode inlichten als het de regeling niet wil verlengen. Dat gebeurde dus deze week.
Enkele tientallen boeren en tuinders bewerken de honderden hectares. Verder hebben ze er onroerend goed op staan – huizen, schuren. Premier Netanyahu heeft gezegd dat hij met Jordanië wil onderhandelen over verlenging van het contract, zodat Israël het land kan blijven gebruiken. Of dat gaat lukken is de vraag. De Jordaanse monarch staat onder zware druk van de politieke oppositie in zijn land. Politici uit die hoek is het gebruik van de grond door Israël een doorn in het oog.
Jordanië ergert zich aan de stappen die de Israëlische en de Amerikaanse regering hebben genomen. In september zei de Palestijnse president Mahmud Abbas dat het vredesteam van president Trump hem een confederatie met Jordanië had aangeboden. Jordanië vreest dat die constructie in de plaats komt van een tweestatenoplossing en dat daardoor nog meer Palestijnen zich in het Jordaanse koninkrijk zullen vestigen.
Trump heeft gezegd dat de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen, UNRWA, geen geld meer krijgt. Het gevolg daarvan is dat de Jordaanse economie nog zwaarder zal worden belast. Verder hoopte Jordanië dat Israël enthousiast zou zijn over een Jordaans idee van een kanaal tussen de Rode Zee en de Dode Zee. Daarmee zou het waterprobleem zijn verholpen.
En dan is er nog een incident in juli 2017, waarbij een Israëlische veiligheidsagent van de ambassade twee Jordaniërs doodschoot. Een van hen zou de agent hebben willen steken. De confrontatie leidde tot het vertrek van de Israëlische ambassadeur Einat Schlein. Pas in april kwam er een vervanger, overigens nadat Israël excuses had aangeboden.
Als Jordanië akkoord gaat met Netanyahu’s voorstel om te onderhandelen over de stukken land, dan zal het daar vast graag economisch beter van willen worden. Jordanië telt 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen en heeft ernstige problemen met water.
Mogelijke concessies van Israël komen boven op al bestaande contracten. Zo ontvangt Jordanië water uit het buurland en volgend jaar ook gas. Ook werken de twee samen op het gebied van veiligheid.
Ondanks het te verwachten getouwtrek tussen de twee landen komt het vredesverdrag zelf geen moment in gevaar, zo verzekeren waarnemers.