Gedoogruimte verkeerd signaal voor drugsgebruiker
Er gaat een verkeerd signaal uit van een gedoogruimte voor drugsgebruikers, een signaal dat je drugsgebruik accepteert, meent Addy Stoker.
In Leeuwarden denkt het college van burgemeester en wethouders na over de wenselijkheid en haalbaarheid van een zogenaamd gedooggebruikersruimte voor drugsverslaafden. Onlangs is daarover een debat georganiseerd. De meeste mensen spreken over een gebruikersruimte en niet over een gedoogruimte. Toch is de benaming die je kiest niet helemaal waardevrij: het bezit van drugs is nog steeds verboden. En mensen toestaan deze drugs te gebruiken is dan toch niets anders dan gedogen?
In de reader die in het kader van dit debat werd uitgegeven, wordt bij de opsomming van de mogelijke voordelen van een gedoogruimte (onder meer) als argument gegeven: een gebruikersruimte is een vindplaats voor de hulpverlening. Nu is het zo dat de Kuno van Dijk-stichting zich in Leeuwarden bezighoudt met verslavingszorg. Tijdens het debat konden we horen dat het merendeel van de drugsverslaafden bekend is bij de Kuno. Dan kun je rustig stellen dat het argument voor een gedoogruimte als vindplaats voor de hulpverlening niet opgaat. Want ze zijn al bekend bij de hulpverlening. Het is beslist niet zo dat alle gedoogruimten geslaagd genoemd kunnen worden. In Rotterdam is onder andere Perron Nul gesloten. Ook Annie Verdoold, die tijdens het debat over haar ervaringen in Rotterdam vertelde, maakte er gewag van dat er behalve pandje 34 uiteindelijk ook een andere gedoogruimte was gesloten omdat die niet voldoende functioneerde, gelet op de bestrijding van de overlast.
In Amsterdam (Bijlmer) werd in 1981 een gedoogruimte gesloten omdat die zo’n aanzuigende werking had dat de situatie na een paar maanden al onhoudbaar was. Er werd tijdens het debat een videopresentatie gegeven over de situatie in Utrecht en de gedoogruimte daar. In Utrecht mag je alleen van die ruimte gebruikmaken wanneer je kunt aantonen dat je minstens drie jaar in Utrecht woont. Dat is waarschijnlijk bedoeld om de Amsterdamse situatie te voorkomen. Wethouder Sluiter stelde dat als Leeuwarden tot een gebruikersruimte zou besluiten, deze regel dan zeker niet in Leeuwarden zal worden toegepast. Dat doet mijns inziens voor de overlast het ergste vrezen. En ik denk dat dan een mislukking, net als in 1981 in de Amsterdamse Bijlmer, op de loer ligt.
Dan is er nog de vraag rond het accepteren van drugsgebruik. Iemand die harddrugs gebruikt, wil ik absoluut accepteren en respecteren. Maar moet je het gebruik van harddrugs op zich wel accepteren? Het gebruik van harddrugs is een daad van zelfdestructie. En dat kan nooit de bedoeling van onze Schepper zijn. Je wilt je naaste liefhebben. Dan kun je je er toch niet zomaar bij neerleggen dat die ander zichzelf kapot maakt. Het is iets dat je nooit moet accepteren - juist omdat je om die ander geeft.
Er zijn mensen die sterk pleiten voor het gratis verstrekken van drugs. Een paar jaar geleden was ik te gast bij de lokale omroep in een programma over drugs en drugsgebruik. Naast de hulpverlening kwamen er ook twee ex-verslaafden aan het woord. Zij gaven hun mening over het gratis verstrekken van drugs. Die mening was heel duidelijk: Als er gratis drugsverstrekking was geweest toen wij verslaafd waren, hadden we hier nu niet clean gezeten, dan waren we er nu misschien wel helemaal niet meer geweest… Die uitspraak ben ik nooit vergeten.
Vooral voor iemand die nog niet zo lang drugs gebruikt, kan van een gedoogruimte een verkeerd signaal uitgaan. Het signaal dat het gebruik volkomen wordt geaccepteerd, moedigt aan op die weg door te gaan en is beslist geen stimulans om af te kicken. In het debat over gedoogruimten neemt de overlastbestrijding een belangrijke plaats in. Dat is logisch. Maar voor velen is het blijkbaar minder logisch dat het streven om gebruikers te laten afkicken een minstens even grote plaats, zo niet de grootste plaats in het beleid zou moeten krijgen. En daar kan ik echt niet bij. Immers, van iemand die nu clean is heb je geen drugsoverlast meer.
Als gemeenteraad krijgen wij van het Leeuwarder college van burgemeester en wethouders steeds te horen dat de middelen om deze problematiek aan te pakken beperkt zijn. Dat zal feitelijk juist zijn: daarom moet je zoveel mogelijk díe middelen inzetten om gebruikers van de drugs af te krijgen. Dan help je ze pas echt, en dan help je de omgeving ook.
De auteur is raadslid voor de ChristenUnie in Leeuwarden.