SGP: Onderzoek naar functioneren Levenseindekliniek
Het is tijd dat minister De Jonge (VWS) het functioneren van de stichting Levenseindekliniek laat onderzoeken. Dat constateerde SGP-leider Van der Staaij donderdag in een Kamerdebat.
Dinsdag werd bekend dat de toetsingscommissies voor euthanasie het optreden van van twee artsen van de kliniek rond de levensbeëindiging van een psychiatrische patiënt recent bestempelden als onzorgvuldig. Het is, sinds de kliniek op 1 maart 2012 van start ging, de tiende keer dat artsen van de stichting door de toezichthouder op de vingers werden getikt.
„De Levenseindekliniek blijkt erg hardleers, maar wordt uit de wind gehouden”, constateerde Van der Staaij donderdag. Hij denkt dat de organisatie al lang onder zwaar toezicht zou hebben gestaan of zelfs al de deuren had moeten sluiten als het een ‘normale’ zorginstelling was geweest.
Eerder vroeg de partij De Jonge om een verbod op de verkoop van dodelijke chemicaliën aan particulieren. Zo’n verbod komt er echter niet, maakte de bewindsman maandag bekend. De Jonge voelt meer voor zelfregulering en wil bijvoorbeeld dat chemiebedrijven een convenant opstellen, waarin ze beloven geen dodelijke middelen te verkopen aan particulieren. Kopers moeten als het aan de minister ligt in een eindgebruikersverklaring duidelijk maken waarvoor zij het product willen aanschaffen. Toezichthouders en verkoopwebsites gaan scherper letten op signalen van handel in dodelijke chemicaliën.
„Papieren tijgers”, zegt Van der Staaij over de barrières die De Jonge wil opwerpen. Hij pleit voor strengere maatregelen en denkt onder andere aan een verbod op handboeken waarin wordt uitgelegd hoe burgers hun eigen zelfdodingspreparaat kunnen samenstellen.
Ook een wetswijziging kan soelaas bieden, denkt de SGP. Het gaat dan om het aanscherpen van artikel 294 van het wetboek van Strafrecht dat hulp bij zelfdoding door niet-artsen verbiedt. Van der Staaijs suggestie is om de reikwijdte van dit verbod zo uit te breiden dat ook het verstrekken van informatie over zelfmoordmethoden eronder valt.