Duitsers brengen ”oma’s fiets” terug
Een groep van zo’n twintig Duitsers bracht woensdag ‘onze’ fietsen terug. Symbolisch, als goedmaker voor de door nazi’s gestolen fietsen tijdens de bezetting. „Het is belangrijk om het verleden niet te vergeten.”
Onder luid gejoel en applaus werden Jochen Baier (49) en zijn fietsgezelschap woensdag ontvangen onder de Utrechtse dom. Nee, ze reden geen tijdrit en waren evenmin op fietsvakantie. De groep stapte zaterdag in het Duitse Essen op de trappers met slechts één doel: de tweewielers aan Nederlanders geven.
De Duitsers kwamen ‘onze’ fietsen terugbrengen. Via Kleef, Groesbeek (met een tussenstop bij het Bevrijdingsmuseum), Nijmegen en Arnhem is Utrecht de eindbestemming. Niet zomaar: hier in de domstad werd Baier een paar jaar geleden op een feestje bij vrienden geconfronteerd met grapjes over ”de fiets van oma”. „Ik begreep daar helemaal niets van”, vertelt de hoogleraar Engels. „Wat hebben jullie toch met fietsen, vroeg ik op een gegeven moment. Ze legden toen uit dat het ging om de in beslag genomen fietsen in de oorlog.”
Roman
Het vormde de inspiratie voor de roman ”Fahrräder für Utrecht” die Baier schreef. In het boek krijgt de fictieve jongen Hauke van zijn opa op diens sterfbed te horen dat hij tijdens de oorlog als soldaat in Utrecht diende. Daar was hij betrokken bij onder meer het oppakken van Joden en het vorderen van fietsen. In het boek brengt Hauke de fietsen uit een soort ”Wiedergutmachung”-gevoel terug naar Utrecht.
Oproep
Waarom zouden we dat niet echt doen, bedacht Baier. Onder het motto ”Radeln gegen Rechts”, een links initiatief voor democratie en tolerantie, organiseerde hij een fietstocht tegen het vergeten van het verleden en voor nieuwe vriendschappen. Via Facebook riep hij mensen ertoe op mee te fietsen. Net als in het boek fietste het twintigtal deelnemers –voornamelijk Duitse studenten– in een paar dagen van Essen naar Utrecht. De fietsen zijn geschonken door sympathisanten, met hulp van de Duitse fietsersbond.
Is de tocht niet stiekem een slimme publiciteitsstunt? Zeker niet, benadrukt Baier. „Ik wilde het verhaal in praktijk brengen. Bovendien is het boek alleen in het Duits te koop, dus aan Nederlandse pers heb ik niet zo veel”, knipoogt hij.
Twee van de 22 fietsen worden spontaan aan voorbijgangers geschonken. Een vrouw meldt zich en krijgt een knalgroene mountainbike. Als die toch een maatje te groot blijkt, mag ze hem ruilen voor een compacter exemplaar.
De overige tweewielers gaan naar VluchtelingenWerk Utrecht. Dat was oorspronkelijk niet het plan. Baier: „We benaderden allerlei mensen in Utrecht; van studentenclubs tot zelfs de burgemeester. Maar niemand reageerde. Toen bedachten we dat het mooi zou zijn om de fietsen aan vluchtelingen te geven.”
Lief
Daar blijken de fietsen maar al te welkom. Dankbaar nemen de jonge statushouders ze in ontvangst. Hashmat Azimi (18) uit Afghanistan maakt een testritje over het plein op zijn blauwe racefiets. „Ik vind het lief van hen. Ik woon 2,5 jaar in Utrecht, maar had nog geen fiets. Nu kan ik naar school en naar de fitness fietsen.”
De Hamburgse Timo Rogge (28) is blij dat ‘zijn’ fiets goed terecht is gekomen. Hij is bevriend met Jochen en vond het „een tof initiatief.” „Niet alleen om anderen aan een fiets te helpen, maar ook om de herinnering aan de oorlog levend te houden. In een tijd waarin racisme blijft toenemen, is het belangrijk het verleden niet te vergeten. We moeten erover blijven praten.”
Vrijwilligerbegeleidster Inge van Steenis van VluchtelingenWerk staat er nuchterder in. „Wij zijn vooral heel blij met de fietsen, de historische aanleiding is voor ons niet zo van belang. Voor kinderen zijn er financiële regelingen, maar veel volwassen vluchtelingen zitten zonder fiets. Van hun kleine budget kunnen ze er zelf vaak niet één kopen. We hebben nog acht fietsen nodig, kun je dat misschien in de krant zetten?”
Na een natje en een droogje maakt de Duitse groep zich weer op voor de terugreis. Op naar woonplaats Essen, dit keer met de bus.