Inbraak Iraanse atoomkluizen in 6 uur en 29 minuten
Jarenlang probeerde de Israëlische premier Netanyahu de wereld ervan te overtuigen dat Iran aan een kernbom werkte. Tevergeefs. Een gedurfde inbraak van de Mossad in Iraanse kluizen lijkt een geheel nieuw licht op de zaak te werpen.
Het klinkt als een episode uit een spannende spionageroman. Maar het zal vermoedelijk de geschiedenisboekjes ingaan als een van de zoveelste operaties van de Israëlische geheime dienst die vriend en vijand voor onmogelijk hielden. Een combinatie van eindeloos speurwerk, geavanceerde techniek en een forse dosis lef.
We schrijven 31 januari 2018. Onder dekking van de duisternis verschaft een team van Mossadagenten zich toegang tot een pakhuis in een buitenwijk van de Iraanse hoofdstad Teheran. Ze weten precies hoeveel tijd ze hebben: 6 uur en 29 minuten. Binnen die tijd moeten ze het alarm op een dwaalspoor brengen, twee deuren forceren en zich met snijbranders een weg banen door tientallen gepantserde kluizen. Want om 7.00 uur ’s morgens treedt de nieuwe lichting bewakers aan.
Met branders, die een hitte van 3600 graden produceren, werken de spionnen zich door de stalen massa heen. Veel kluizen laten ze links liggen. Want ze weten –met hulp van binnenuit– exact waar de documenten liggen die bewijzen dat Iran al jarenlang bezig is kernwapens te ontwikkelen.
Rond 5.00 uur blazen de agenten in twee vrachtwagens via Azerbeidzjan de aftocht. De buit: 500 kilo documenten, USB-sticks, video’s en cd’s.
Tot op de dag van vandaag heeft Iran met geen woord over de actie gerept. Premier Netanyahu gebruikte het materiaal als indirect bewijs in april tijdens een ontmoeting met Trump. Afgelopen week speelde hij het materiaal aan Amerikaanse media door. Wordt ongetwijfeld vervolgd.