Ga op kledingdieet, dat is goed voor het milieu
Jurken, sokken en broeken worden steeds goedkoper. Tegelijkertijd geven we er meer geld aan uit dan ooit. Tijd voor een kledingdieet.
Winkels als Primark en H&M doen goede zaken. De kleding is er goedkoop en de nieuwe collecties volgen elkaar in rap tempo op. Handig voor de koopjesjager, maar niet goed voor het milieu. „Al die kleding zorgt voor veel verspilling en oneerlijke productie”, zegt Lara Peters, woordvoerder van Milieu Centraal. De voorlichtingsorganisatie valt onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Uit onderzoek van Milieu Centraal bleek donderdag dat een Nederlands huishouden gemiddeld ongeveer 500 euro meer uitgeeft aan kleding dan in 2002, terwijl kleding de afgelopen jaren juist steeds goedkoper werd. „De productie van die kleding vraagt veel van het milieu”, zegt Peters. „Als we per persoon twee kledingstukken minder kopen per jaar, scheelt dat al veel.”
Ze adviseert om op kledingdieet te gaan. „Kijk goed naar de kleding die in je kast hangt. Gooi dingen met een vlek of een gat niet meteen weg, maar repareer het.” Als het kledingstuk niet meer te repareren valt, gooi het dan in de textielbak. „Niet bij het restafval, zoals veel mensen doen.” Uitgekeken op bepaalde kleding? „Breng het naar de kringloopwinkel of organiseer een kledingruil met vrienden.”
Wie de roep van de winkels toch niet kan weerstaan, doet er goed aan om te letten op het materiaal waar de kledingstukken van zijn gemaakt. Zo zijn gerecycled katoen en wol beter voor het milieu. Op dit moment is het aanbod van deze duurzame kleding nog niet heel groot. „Blijf ernaar vragen in de winkels”, tipt Lara Peters. „Dan weten ze dat er meer vraag naar is en gaan ze meer inkopen.”
Kledingstop
Een andere kledingdieetoptie: een jaar helemaal geen kleding meer kopen. Marijn Verschuure uit Ede ging in april die uitdaging aan. „Vlak daarvoor ruimde ik mijn kledingkast op. Ik heb zeker de helft van mijn kleding weggedaan omdat het oud was of omdat ik het nauwelijks droeg. Daar schrok ik van.”
Hij besloot wat bewuster met zijn koopgedrag om te gaan. „Ik kocht vaak bij goedkope ketens. Na een seizoen is die kleding afgedragen.” Maar de slechte kwaliteit is niet het belangrijkste probleem, vindt Marijn. „Het is de prijs die niet klopt. In de productieketen van kleding maakt iedereen kosten. Als je als koper weinig betaalt, heeft iemand anders ingeleverd. Vaak zijn dat arbeiders in kledingfabrieken.”
Hij is nu een paar maanden bezig met de challenge. „Tot nu toe gaat het goed. Al moet ik bekennen dat ik van tevoren wel een paar dingen heb gekocht die ik echt nodig had.”
Marijn kan het iedereen aanraden om ook een tijdelijke kledingstop in te lassen. „Je bent bewust bezig met wat je in de kast hebt. En aan het eind van het jaar heb ik hopelijk een beter beeld van wat ik echt nodig heb.”