De politie kwam de ondergrondse, rechts-extremistische cel pas in 2011 op het spoor nadat twee andere leden zelfmoord hadden gepleegd. Het proces tegen de 43-jarige Zschäpe en vier verdachten die als helpers worden gezien, heeft meer dan vijf jaar geduurd.

De racistische moorden vonden verspreid over heel Duitsland plaats en de slachtoffers waren acht Turken, een Griek en een politieagente. Omdat het in veel gevallen ging om uitbaters van eethuizen werd de reeks aanvankelijk de Döner-moorden genoemd. Het OM sprak echter al snel van terreur toen de omvang van de zaak duidelijk werd.

De politie kwam de NSU op het spoor na een bankoverval in Eisenach. De twee NSU-leden Uwe Mundlos en Uwe Böhnhardt werden kort daarna voor controle aangehouden. Ze pleegden echter zelfmoord. In de caravan die zij bij zich hadden vond de politie een uitgebreid wapenarsenaal, waaronder het dienstwapen van de in 2007 doodgeschoten agente.

Zschäpe gaf zich enkele dagen later aan. In het onderzoek dat daarna op gang kwam bleek het verband tussen de reeks koelbloedig gepleegde moorden. Het trio zat ook achter enkele andere overvallen en bomaanslagen.

Hoewel er geen bewijs is dat Zschäpe daadwerkelijk op een van de plaatsen delict is geweest, speelde zij volgens justitie een belangrijke rol binnen het trio. Ze heeft ,alles geweten, alles onderschreven en op eigen wijze aangestuurd en er aan meegewerkt’’. De rechtbank ging hier in mee.

De verdediging van Zschäpe liet kort na de uitspraak weten in hoger beroep te gaan.

De rechtbank veroordeelde de vier helpers’ tot straffen tussen tweeënhalf en drie jaar.