Het Zuid-Koreaanse persbureau Yonhap meldde dat Pyongyang zaterdag via staatsmedia fel heeft uitgehaald naar de Amerikanen „die Noord-Korea proberen te dwingen eenzijdig te denucleariseren”.

De woede van Pyongyang staat in contrast met de tevreden Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo. Hij zei zaterdag na afloop van de gesprekken dat hij vooruitgang heeft geboekt „over bijna alle belangrijke kwesties”. Daarbij noemde hij ook de vaststelling van een tijdschema voor de ontmanteling van het Noord-Koreaanse atoomprogramma. Maar volgens hem is er nog veel werk te doen.

Pompeo zei na anderhalve dag van besprekingen in Pyongyang dat beide partijen verder spreken over de repatriëring van stoffelijke overschotten van Amerikanen die in de Koreaanse Oorlog (1950-1953) omkwamen. Ook besprak hij de „mogelijkheden” voor de ontmanteling van een installatie om raketmotoren te testen.

„Ik denk wij vooruitgang op elk onderdeel van onze besprekingen hebben geboekt,” zei hij tegen verslaggevers. „Dit zijn gecompliceerde kwesties. Op sommige punten hebben we heel wat vooruitgang geboekt op andere punten is er nog meer werk te doen.”

Voordat hij Noord-Korea verliet om naar Tokio af te reizen, schudde Pompeo de hand van zijn gesprekspartner, Kim Yong-chol. Deze Noord-Koreaanse partijfunctionaris speelde op 12 juni in Singapore een sleutelrol op de top tussen de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.

Trump stelt betere betrekkingen en het opheffen van sancties tegen Noord-Korea in het vooruitzicht als dat land zijn nucleaire programma opdoekt en geen kernwapens meer ontwikkelt. De Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un lijkt geïnteresseerd onder druk van de enorme economische problemen van zijn geïsoleerde land.