Monumentenaftrek omgezet in subsidieregeling
Uitgaven voor monumentenpanden mogen vanouds voor 80 procent worden afgetrokken bij de inkomstenbelasting. Het ziet ernaar uit dat dit binnenkort gaat veranderen.
De huidige regeling geldt alleen voor panden die in het monumentenregister staan ingeschreven. Dat betreft rijksmonumenten. Voorwaarde is ook dat het monumentenpand als eigen woning wordt gebruikt, dan wel wordt verhuurd of gebruikt als tweede woning (box 3). De fiscale aftrek is gemaximeerd tot 80 procent van de drukkende onderhoudskosten, na vermindering met eventuele subsidies of uitkeringen van een verzekering.
Bij een grootscheepse verbouwing kan het nuttig zijn om meer zekerheid te verkrijgen over welk bedrag precies moet worden aangemerkt als onderhoudskosten. Die zekerheid vooraf is te verkrijgen bij de Belastingdienst Bureau Monumentenpanden (BBM). De BBM stelt de hoogte van de onderhoudskosten vast in een beslissing. Deze beslissing is overigens een zogeheten ”niet voor bezwaar vatbare beschikking”. Mocht er onenigheid bestaan over de werkelijke hoogte van de onderhoudskosten dan zal er bezwaar en beroep moeten worden ingesteld tegen de aanslag inkomstenbelasting.
Aan de Tweede Kamer is een wetsvoorstel ter behandeling voorgelegd waarin de fiscale aftrek wordt geschrapt. Vorige week kwam daar een brief van minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) bij waarin het kabinet aankondigt dat de fiscale aftrek per 1 januari 2019 wordt omgezet in een subsidieregeling.
Restauratiehypotheek
Momenteel is het al mogelijk een subsidie te verkrijgen via de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM). Ook een laagrentende restauratiehypotheek bij het Nationaal Restauratiefonds behoort tot de mogelijkheden. Beide instellingen werken met een toets op kwaliteit. En dat is het probleem bij de Belastingdienst: die beschikt niet over de expertise om te beoordelen of onderhoud en herstel op de juiste manier worden uitgevoerd, terwijl er beslissingen worden afgegeven over de hoogte van de aftrekbare onderhoudskosten.
De nieuwe subsidieregeling pretendeert dat eigenaren van monumentenpanden dezelfde tegemoetkoming kunnen verwachten als bij de huidige fiscale regeling. Dat valt echter te bezien, gezien de strengere toetsen op kwaliteit.
De subsidie bedraagt maximaal 35 procent van de instandhoudingskosten van het monument. Als we bedenken dat de fiscale aftrek 80 procent bedroeg van de onderhoudskosten en we rekenen met een belastingtarief van 40 procent, komen we bij benadering uit op de voorgestelde subsidie.
Belangrijk voor de eigenaren van monumentenpanden is echter dat alle aftrekposten in de inkomstenbelasting de komende jaren worden afgebouwd naar het basistarief van 36,93 procent. Daaronder valt ook de aftrek van onderhoudskosten voor monumentenpanden. Met de omzetting van de fiscale aftrek naar een subsidieregeling per 1 januari 2019 heeft de eigenaar van een monumentenpand geen last meer van deze afbouw. Uiteraard zal dit voordeel moeten worden afgewogen tegen de strengere toets voor de instandhoudingskosten.
De auteur is belastingadviseur bij Visser & Visser Belastingadviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl