Opinie

We moeten nee durven zeggen

Wel of niet begeleide confrontatie met de moderne cultuur in het onderwijs? Volgens ing. E. Klein en drs. F. A. van Hartingsveldt moet de toerusting van jongeren ergens anders vandaan komen. Het gaat erom leerlingen de ernst van het leven bij te brengen. De beste wapening en toerusting liggen in de eerste plaats in de bezinning op de fundamenten van het menselijk leven, schrijven zij.

19 October 2004 09:58Gewijzigd op 14 November 2020 01:46
„De toerusting van jongeren bereiken we niet met een beperkte, door de school begeleide ervaring, al is die nog zo minimaal vormgegeven. Het wordt tijd om niet alleen maar te leren begrijpen wat de moderne wereld beweegt, maar vooral bij te brengen wat de
„De toerusting van jongeren bereiken we niet met een beperkte, door de school begeleide ervaring, al is die nog zo minimaal vormgegeven. Het wordt tijd om niet alleen maar te leren begrijpen wat de moderne wereld beweegt, maar vooral bij te brengen wat de

Met meer dan gewone interesse hebben wij het artikel ”Begeleide confrontatie beoogt toerusting” van ds. W. Visscher en dr. W. Fieret in het RD van 2 oktober gelezen. Zij steken hun nek ver uit. Dat getuigt van moed. Zeker bij zo’n gevoelig onderwerp. Ze schrijven veel waardevolle dingen over de taak van de school in de moderne tijd. Toch moet er meer gezegd worden over toerusting en vorming. Juist omdat niet iedereen hetzelfde beeld bij de genoemde begrippen heeft. De onderstaande bijdrage is bedoeld om in aanvulling op het artikel van ds. Visscher en dr. Fieret nog enkele kernpunten rond het thema van toerusting en vorming voor het voetlicht te brengen.

Slings
Nog geen 25 jaar geleden kregen leerlingen op de middelbare school bij het vak Nederlands literatuurles uit het boekje van G. Slings, ”Een boos en overspelig geslacht”. Er kwam geen modern leesboek aan te pas. De beschrijvingen die Slings over de moderne literatuur van die tijd bood, waren informatief genoeg. Als leerling voelde je het belang van wat Slings aanreikte wel aan: boeken van Wolkers en ’t Hart lees je niet. Het waarom daarvan was helder en duidelijk neergezet. Boston schreef immers al: „Het vleselijk verstand beweegt zich moeizaam voort bij goede gedachten, maar jaagt uitzinnig voort bij kwade gedachten.”

Natuurlijk, de tijd was anders. Je had geen mobieltje met de leukste ringtones of wallpapers. Even surfen op internet was er eveneens niet bij. Kruidvat adverteerde nog niet met de laatste dvd’s. Over het homohuwelijk en andere kwesties van deze tijd hoorden we veelal niet. Uitwassen van de zonde bleven misschien meer dan nu verborgen. Maar het eigen hart was niet beter dan het hart van de kinderen van nu. Het beslag, om deze term maar eens te gebruiken, het beslag dat van die Nederlandse lessen uitging, was groot. Je proefde de ernst in de houding en de stem van de docent. Als leerling ervoer je dat de leraar persoonlijk door het vraagstuk van de moderne literatuur heen gekropen was. Pas op voor de duivelse machten uit de afgrond, zo luidde de waarschuwing. Ze sluiten heel direct aan bij je eigen innerlijk.

Leggen we met de invulling van begeleide confrontatie zoals ds. Visscher en dr. Fieret die voorstellen, de grens, onder invloed van onze huidige leefomgeving, niet verder dan toen?

Over de schreef
De term begeleide confrontatie suggereert dat we de huidige situatie accepteren zoals die is. Dat bedoelen ds. Visscher en dr. Fieret natuurlijk niet, maar dat gevaar ligt wel op de loer. Nu schrijven zij wel: „de beste waarborg tegen de zonde is ervandaan vluchten.” Ondertussen gaan beide auteurs verder dan dit goede advies uit de Oudheid. Ook al vervangen zij confronteren door waarschuwen en toerusten. In hun beschouwing levert de school dus een aandeel aan de confrontatie. Een fragment laten beluisteren van Eminem is pure confrontatie.

We zijn het eens met de schrijvers dat leerlingen bij de hand genomen moeten worden. Toch moeten we nee durven te zeggen. Natuurlijk moeten we kinderen leren over te steken. Maar dit oefenen we niet op de snelweg van het wereldse bestaan. Het woonerf rond het huis of de overzichtelijke straat in de omgeving is al genoeg. Worden kinderen ouder, dan mogen de situaties complexer worden, maar er ligt ergens een grens. Die grens wordt gevormd door de Tien Geboden. Een lied van Eminem gaat wat ons betreft over de schreef.

Reflectie
Enkele jaren geleden schreven enkele collega’s uit het reformatorisch voortgezet onderwijs een waardevolle nota over de vraag: Welke leerlingen willen wij als scholen afleveren? We citeren uit de conclusies van de nota in kwestie: „Het doel van de toerusting ligt niet zozeer in de vorming van bijvoorbeeld een defensieve of een offensieve houding, maar in de vorming van een mens die in verschillende situaties -met inachtneming van de verworven maatschappelijke positie en van de eigen kwaliteiten- bereid en in staat is de keuze tussen rentmeesterschap en vreemdelingschap, tussen mijdend of participerend gedrag te maken met als belangrijkste criterium de bevordering van Gods eer.” De nota legt vervolgens niet slechts de nadruk op communiceren, maar juist op reflectie en kritische doordenking. Dat is confrontatie. Maar dan wel met het eigen ik van de leerling en met de eigen christelijke belijdenis en de gereformeerde traditie.

Reformatorische traditie
Veel jongeren, ook in het reformatorisch onderwijs, worden dagelijks indringend geconfronteerd met moderne cultuuruitingen. Daarin verschillen jongeren niet van hun ouders. En eerlijk is eerlijk, oud en jong hebben soms al (verkeerde) keuzes gemaakt. Zo publiceerde het Wartburg College aan het begin van dit jaar de uitslag van een enquête onder een groep tweede- en derdeklasleerlingen: „Niet minder dan 22 procent van de tweede- en derdeklassers van het vmbo heeft al eens geslachtsgemeenschap gehad, niet zelden op 13-jarige leeftijd; zeven op de tien leerlingen hebben ervaring met tongzoenen en bijna de helft met onder de kleren voelen.” Dit is schokkend. Het gaat over onze leerlingen, die als nieuwe generatie als het ware op onze schouders staan.

Het antwoord ligt naar onze mening niet zozeer in een extra onderdompeling in het moderne levensgevoel door begeleide confrontatie. De toerusting bereiken we ook niet met een beperkte, door de school begeleide ervaring, al is die nog zo minimaal vormgegeven. Het wordt tijd om niet alleen maar te leren begrijpen wat de moderne wereld beweegt, maar vooral bij te brengen wat de waarde van de eigen reformatorische traditie is. Leerlingen vragen om duidelijkheid, openheid en richting. Jongeren hebben hun vragen over de betekenis van de t(T)raditie voor het praktische leven: Waarom dit niet? Waarom dat wel? Hoe leeft dit bij mijn ouders? Hoe kijken mijn leraren daar tegenaan?

Authentieke volwassenen
Leerlingen hebben in de eerste plaats authentieke volwassenen om zich heen nodig. Volwassenen die aan hen voorleven wat de zin van het leven is, de samenhang, de continuïteit in de veranderingen. We denken aan die oudere man in de ouderraad van een van onze scholen. Hij leeft niet meer en mag nu delen in het geluk van Gods kinderen. Hij was kritisch, maar nooit afstandelijk. Hij bevroeg de personeelsraad op het gebruik van video’s in de les. Het was de tijd waarin house opgeld deed. Als docenten vonden we het goed en verantwoord om een video over dit thema te laten zien. Een van zijn opmerkingen komt nog wel eens in gedachten terug. Hij zei: „Ik heb er spijt van dat ik vroeger dingen gezien heb die ik daarna nooit meer ben kwijtgeraakt. Had ik het maar niet gedaan.” De meeste woorden van hem zijn vergeten. Maar zijn gang door het leven, zijn leven in de tere godsvreze staan verschillende mensen nog steeds helder voor ogen. Zijn leven werd belemmerd door een aantal herinneringen aan vroeger.

De kant die we op moeten is niet allereerst de weg van de begeleide confrontatie. Het gaat erom leerlingen de ernst van het leven bij te brengen. De beste wapening en toerusting liggen daarom niet in de confrontatie met (onderdelen van) de moderne cultuur, maar in de eerste plaats in de bezinning op de fundamenten van het menselijk leven. In die volgorde. Zij die geworteld zijn in de doorleving van de bijbelse waarheid, zijn pas echt gevormd om toe te rusten.

voetnoot (u17(De auteurs zijn respectievelijk als voorzitter van de centrale directie en staflid onderwijsbeleid verbonden aan de Jacobus Fruytierscholengemeenschap te Apeldoorn, Uddel en Rijssen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer