In het debat woensdag over fosfaatrechten was Schouten op voorhand niet optimistisch over dat overleg. Ze verwacht niet dat er ruimte zal zijn om extra boeren te helpen naast de groep die al eerder is erkend als knelgeval. CDA’er Geurts was hoopvoller: „Waar een wil is, is een weg.”

Vanuit de Kamer kwamen tal van suggesties om onder meer boeren die op de peildatum 2 juli 2015 al onomkeerbare investeringen hadden gedaan, tegemoet te komen. Zo vroeg SGP’er Bisschop of het helpt om het fosfaatgehalte in het voer verder te verlagen. Volgens Schouten is dat niet toereikend.

Diverse partijen wezen de minister er op dat andere sectoren, zoals de varkens- en pluimveehouderij, qua mestproductie nog niet aan hun plafond zitten. Die ruimte zou kunnen worden overgeheveld naar de melkveehouderij, opperden ze. Dat gaat zomaar niet, antwoordde Schouten. Brussel moet daar toestemming voor geven. De plafonds zijn bovendien al vastgelegd in wetgeving. En de varkens- en pluimveesector willen zo’n overheveling niet.

Een andere optie is de zogeheten forfaitaire normen voor koeien aan te passen, maar dat biedt volgens Schouten evenmin soelaas. Ze voelt er ook niet voor om alle boeren extra te korten op de fosfaatrechten die ze ontvangen. Daar is geen draagvlak voor.

Schouten kan wel overleggen met provincies of zij nog iets kunnen betekenen voor boeren die zeldzame runderrassen houden en in de problemen komen door het fosfaatrechtenstelsel. Maar dat zal niet veel helpen, vreest ze.

Biologische boeren

De minister weigerde woensdag opnieuw om biologische melkveehouders te ontzien. Ook hun koeien dragen immers bij aan de fosfaatproductie. En die moet nu eenmaal worden beperkt.

De Tweede Kamer debatteert volgende week verder.