Vooral „veel ruis” rond dividend
Voor de zoveelste keer debatteerde de Tweede Kamer over de afschaffing van de dividendbelasting. Helder is dat premier Rutte steeds meer alleen komt te staan in de verdediging van het gewraakte plan om de heffing op winstuitkeringen per 2020 af te schaffen.
Die maatregel, die in geen enkel verkiezingsprogramma stond maar wel in het regeerakkoord belandde, kost de schatkist jaarlijks 1,4 miljard en wordt vooral toegejuicht door multinationals als Shell en Unilever.
Het debat van dinsdagavond was aangevraagd nadat Trouw onlangs meldde dat Shell een belastingvoordeel van 7 miljard euro van de fiscus heeft gekregen. Hoogleraar Belastingrecht Jan van de Streek (UvA) stelde in die krant dat deze afspraak in strijd lijkt met de wet en dat er mogelijk sprake is van belastingontwijking.
Voorbarig
Voorafgaand aan het debat werd duidelijk dat Rutte, in tegenstelling tot wat hij vorige week in de Kamer beweerde, wel degelijk weet had van deze deal. In een brief aan de Kamer noemde Rutte zijn opmerking hierover daarom „voorbarig.” Dit voorjaar moest Rutte in een soortgelijke kwestie ook al eens door het stof.
Opnieuw ging het debat daarom vooral „over de ruis om de maatregel heen”, aldus SGP-fractievoorzitter Van der Staaij. „Het klinkt misschien vreemd, maar ik heb inmiddels echt zin in een inhoudelijk debat over het plan om de dividendbelasting af te schaffen.” Omdat er nog steeds geen wetsvoorstel is, geen memorie van toelichting en geen advies van de Raad van State is zo’n debat volgens hem nog niet mogelijk.
Aan het lijntje
De overige oppositiepartijen eisten tijdens het urenlange debat vooral meer informatie van het kabinet over belastingdeals als met Shell.
Volgens de SP loopt het kabinet aan het lijntje van het olie- en gasconcern. Klaver (GroenLinks) verweet Rutte de waarheid zo lang mogelijk „weg te schuiven.” Volgens Asscher (PvdA) werpt Rutte en zijn „kabinet-Shell I” rookgordijnen op. PVV-leider Wilders kwam met een motie van wantrouwen, die echter geen meerderheid haalde.