Anton Philips: eerst toeslaan dan praten
Geen denker, maar een doener. Charmant, doortastend, inspirerend en vrolijk, maar ook hard, arrogant en bereid om onder de gordel te stoten. Dat beeld schetst onderzoeksjournalist Marcel Metze in zijn biografie ”Ze zullen weten wie ze voor zich hebben” van de grootindustrieel Anton Philips (1874-1951). Onder zijn leiding groeide de kleine Eindhovense gloeilampenfabriek uit tot een internationaal elektronicaconcern.
Metze, die eerder al twee boeken schreef over de onderneming, promoveerde afgelopen vrijdag aan de Universiteit van Amsterdam op zijn onderzoek naar Anton Philips. De biografie is onderdeel van een serie levensverhalen over bekende Nederlanders, zoals koningin Wilhelmina en staatsman Willem Drees, waartoe het Prins Bernhard Cultuurfonds het initiatief heeft genomen.
Metze begon zijn onderzoek naar de vroegere topman in 2001. „Daarbij kwamen zoveel nieuwe vondsten en details boven water dat het idee ontstond om te promoveren.” Volgens de journalist uit het Gelderse Ooy heeft Anton Philips „voor het eerst een gezicht gekregen.” Metze sprak zowel familieleden als andere bekenden van de ondernemer. Daarnaast mocht hij putten uit de archieven van zowel de familie als het bedrijf.
De boektitel verwijst naar een brief uit de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers hielden een trein met glas uit Duitsland en Oostenrijk tegen bij de Nederlandse grens. Philips ging daarom op zoek naar een nieuwe leverancier, die hij vond in een glasfabriek in Leerdam. „Het zal de Duitsers berouwen, ze zullen weten wie ze voor zich hebben, als we later alleen maar bij Leerdam kopen”, schreef hij in 1915 aan zijn dochter Annetje. „De Duitsers zullen merken dat ze een klant verloren hebben voor hun land, die 400.000 gulden glas per jaar kocht.”
Antons loopbaan bij Philips begon in 1895. De 20-jarige ging als verkoper werken in de Eindhovense gloeilampenfabriek, die zijn vader en oudere broer Gerard in 1891 hadden opgericht en veertig werknemers telde. Volgens Metze had de jonge Philips charme, onderhandelingstalent, energie en zelfvertrouwen. Ook ontbrak het hem niet aan moed. Zo vertrok hij in 1898 met de trein naar Rusland om met grote bestellingen terug te keren.
Het onderzoek heeft Metze veel duidelijk gemaakt over Philips’ persoonlijkheid en ondernemersstijl. „Hij kon hard zijn en durfde onder de gordel te stoten. Bij overnames hanteerde hij een overvaltactiek: eerst toeslaan en dan praten.” Metze stelt dat Philips onderhandelingen vaak afdwong. „Zo regelde hij bijvoorbeeld dat een stroman in het geheim aandelen kocht van het bedrijf dat Philips wilde hebben.”
De oud-topman was evenmin vies van dubbele agenda’s en wedde regelmatig op meerdere paarden. Dat bleek bijvoorbeeld al tijdens Antons voorbereiding van de beursgang van Philips & Co in 1912, toen Gerard nog de scepter zwaaide. Uit Metzes onderzoek blijkt dat Anton met vijf financiers onderhandelde. „Ik denk niet dat dat in die tijd een gewone gang van zaken was, maar het tekent zijn eigenmachtige optreden.” Verder blijkt dat de beursintroductie een praktische achtergrond had. „Indien de zaken ooit slecht zouden gaan, wil ik naast de zorgen voor de fabriek geen zorgen voor het behoud van het eigen kapitaal hebben”, verklaarde Anton tegen zijn vrouw Anna.
De sleutel tot het succes van het bedrijf hangt niet alleen samen met de persoon Anton Philips, maar ook met zijn omgeving. „Hij was een dromer met een voortdurende neiging grenzen te verleggen, maar besefte dat hij mensen om zich heen moest hebben, die zowel zakelijk als privé tegenwicht boden.” Voorbeelden zijn broer Gerard, met wie hij goed samenwerkte, maar ook zijn vrouw Anna, die hem met beide benen op de grond hield.
Volgens Metze bleek onder meer in de jaren dertig en veertig dat Anton Philips niet goed kon omgaan met tegenspoed. „Hij belandde in een verlamming. Dat hij de juiste mensen om zich heen had verzameld, is van wezenlijk belang geweest. Anders had het bedrijf die tijd waarschijnlijk niet overleefd.”
Metze vindt dat Anton Philips geen evenknie heeft in het Nederlandse bedrijfsleven. Wel ziet hij parallellen met oprichter Bill Gates van het Amerikaanse softwareconcern Microsoft. „De meeste bedrijven worden tegenwoordig geleid door ingehuurde managers en niet door ondernemers.” Volgens Metze is dat een heel ander kaliber dan Philips en Gates, die hun eigen bedrijven uitbouwden tot grote internationale concerns.