Deel Kamer wil defensiebudget voor langere tijd vastleggen
De regering moet alvast duidelijk maken hoeveel geld er na deze kabinetsperiode wordt geïnvesteerd in defensie, vindt een deel van de Kamer.
In het regeerakkoord hebben de coalitiepartijen afgesproken dat het kabinet in de periode tot 2021 fors meer geld uittrekt voor de krijgsmacht, oplopend tot 1,5 miljard euro extra per jaar.
Maar dat is veel te weinig om te kunnen gaan voldoen aan de NAVO-afspraak om 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie te besteden in 2024, betoogde SGP-Kamerlid Chris Stoffer maandag tijdens het debat over de Defensienota. „Dat percentage wordt met het tempo van dit kabinet in nog geen honderd jaar gehaald.” Hij vroeg minister Ank Bijleveld (Defensie) daarom snel met een meerjarig defensieplan te komen voor de periode na 2020. Ze moet inzichtelijk maken hoe Nederland alsnog de NAVO-afspraak gaat nakomen.
CU-Kamerlid Joël Voordewind hield een vergelijkbaar pleidooi. De instelling van een langlopend fonds voor defensie-uitgaven kan voorkomen dat het defensiebudget te veel een speelbal wordt van politieke prioriteiten voor de korte termijn, verwacht Voordewind. In Zweden worden defensieplannen al voor 15 jaar vastgelegd.
Met de geplande extra uitgaven voor defensie zet Nederland een grote stap in de goede richting, zei Bijleveld maandag. Ze erkende dat het extra geld niet genoeg is om de NAVO-afspraak na te komen. „Het is een beginstap, mooier kan ik het niet maken.”
Als het kan, wil het kabinet graag een vervolgstap zetten, zei ze richting de Kamer. In 2020 gaat ze haar Defensienota „herijken.” Dan zal opnieuw worden bekeken of er mogelijkheden zijn om het defensiebudget te verruimen.
Bijleveld wilde niet toezeggen of er dan daadwerkelijk extra geld bij komt. Dat is mede afhankelijk van de veiligheidsituatie op dat moment en van het dan beschikbare totaalbudget.