In Gaza kan het zo niet langer
Tientallen doden vielen er de afgelopen weken bij de grens tussen Gaza en Israël. Het 70e verjaardagsfeest had een inktzwarte rand. Het brengt me bij de vraag: wat is er aan de hand in Gaza?
Laat ik een poging doen om de situatie daar te schetsen.
Het is nodig om in het ontspoorde debat rond Israël en de Palestijnen eerst een disclaimer aan te brengen. Nee, ik heb het nu dus niet over het recht van Israël om zijn grenzen te verdedigen. Want dat recht heeft het land.
Ik heb het ook niet over het feit dat Hamas volstrekt heeft gefaald om in de Gazastrook recht en gerechtigheid tot stand te brengen. Want Hamas hééft gefaald, op catastrofale schaal zelfs. Maar daar gaat het nu dus niet over.
Ik heb het wél over de penibele humanitaire situatie van de inwoners van de Gazastrook. Of, in rond Hollands: over de totale wanhoop van mannen, vrouwen en kinderen in deze grootste openluchtgevangenis ter wereld.
Ik probeer me voor te stellen wat ik zou doen als ik daar geboren was en nu opgroeide. Ik zie dat ons gezin dan hooguit drie uur per dag elektriciteit heeft om te koken, te wassen en welke apparaten dan ook te gebruiken. Ik zie dat ons leidingwater is vervuild. Ik zie dat simpele, levensreddende behandelingen in ziekenhuizen niet altijd meer kunnen worden uitgevoerd. Ik zie dat tienduizenden mensen nog altijd dakloos zijn sinds de laatste oorlog met Israël. Ik zie dat bijna de helft van de mensen om me heen geen werk heeft. En ik zie dat niemand wil dat ik dit kleine en overbevolkte stukje land verlaat. Egypte wil me niet en Israël wil me al helemaal niet. Welke kans heb ik dat ik kan studeren en een redelijke baan kan vinden? Of dat ik zelfs maar enigszins aan een toekomst kan werken? Inderdaad, een kans van bijna nul. Ik zou er wanhopig van worden.
En dat is nu precies wat veel Gazanen voelen: wanhoop. Dat was al zo toen ik een paar jaar geleden de Gazastrook bezocht. Omdat de 1,9 miljoen inwoners van Gaza nauwelijks kans hadden om vrij te reizen of zaken in te voeren, werden smokkeltunnels gebouwd. Daar werden bouwmaterialen door vervoerd. Ooit maakte zelfs een circusleeuw de tunnels tussen Egypte en Gaza onveilig.
Maar ook zware wapens werden op die manier de Gazastrook binnengebracht, die vervolgens tegen Israël werden gebruikt. Sindsdien is Israël sterk gaan optreden tegen smokkeltunnels. Daardoor is de afgrendeling van de Gazastrook nóg hermetischer geworden.
De vraag is hoe lang dat nog zo kan doorgaan. VN-organisaties waarschuwen al maanden dat de Gazastrook op instorten staat, waardoor bijvoorbeeld massale epidemieën kunnen uitbreken. Bovendien kunnen mensen uit wanhoop gekke dingen doen – en daar is Israël evenmin mee gebaat.
Kortom, er moet iets gebeuren. Het is al heel wat als vriend en vijand van Israël die conclusie zouden delen.
De volgende vraag is wát er het beste gedaan kan worden. En daar opent zich opnieuw de politieke slangenkuil. Eérst moet Hamas Israël erkennen, stelt de een. Eérst moet Israël de blokkade rond Gaza opheffen, weet de ander. Ik kan niet anders dan hopen dat er leiders opstaan die over hun eigen schaduw heen stappen en linksom of rechtsom een humanitaire catastrofe in Gaza weten af te wenden. Maar erg gerust ben ik daar eerlijk gezegd niet op.