OM krijgt veel kritiek na uitspraak Eric O.
Vakbonden, politici en militairen hebben zich maandag kritisch uitgelaten over het Openbaar Ministerie na de vrijspraak door de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem van sergeant–majoor Eric. O. De kritiek richt zich op de verkeerde inschattingen die het OM zou hebben gemaakt bij de voorbereiding van deze zaak.
Diverse politieke partijen wezen de handelwijze van het OM in niet mis te verstane bewoordingen af. Volgens VVD–Tweede–Kamerlid Van Baalen beschikte justitie over onvoldoende deskundigheid en had het zich meer moeten verdiepen in de achtergronden van het uitzendgebied. CDA–Kamerlid Kortenhorst sprak van een pijnlijke misser. PvdA’er Koenders zei dat het OM een totale misrekening heeft gemaakt. Het OM koos voor het verkeerde spoor, stelde D66–Kamerlid Bakker. De voorzitter van het college van procureurs–generaal, de baas van het OM, De Wijkerslooth heeft volgens hem te hoog van de toren geblazen en gefaald.
Ook de militaire vakbonden VBM/NOV en ACOM haalden uit naar de rol van het OM. Zij stelden dat justitie en De Wijkerslooth de zaken slecht hebben aangepakt.
Minister Kamp van Defensie weigerde commentaar te geven op het optreden van het OM. Hij heeft gemengde gevoelens, is blij voor de marinier dat die is vrijgesproken, maar is tegelijkertijd bedroefd over wat O. heeft moeten meemaken.
De rechtbank oordeelde dat het OM niet aannemelijk heeft kunnen maken dat de marinier eind vorig jaar in Irak onterecht een waarschuwingsschot heeft gelost waardoor hij een Irakese burger doodde. Justitie had zes maanden voorwaardelijke militaire detentie en een taakstraf van 240 uur geëist.
Het OM beslist volgende week of het in hoger beroep gaat. Justitie wil het vonnis eerst zorgvuldig bestuderen, omdat het behalve de uitkomst van deze zaak, ook antwoord moet geven op de vraag hoe met de geweldsinstructie in de toekomst moet worden omgegaan.
Volgens het OM loste de 43–jarige marinier op 27 december in strijd met de voor Nederlandse militairen geldende geweldsinstructies een waarschuwingsschot in de richting van een groepje Irakezen. Het schot zou een man hebben geraakt die later aan zijn verwondingen overleed. Het OM vond dat er – in tegenstelling tot de verklaring van de marinier – geen sprake was van een levensbedreigende situatie.
De rechtbank oordeelde uiteindelijk dat de man te goeder trouw en binnen de geweldsinstructies heeft gehandeld. Bataljonscommandant, luitenant–kolonel K. Matthijssen, zei maandag in Irak dat het vonnis duidelijkheid geeft voor de militairen. „Er zijn momenten dat je in fracties van seconden moet besluiten over inzet van geweld. Het is goed te weten dat militairen niet bang hoeven te zijn voor de toetsing achteraf van hun handelen."
De militaire vakbonden hadden niet alleen kritiek, ze spraken ook van een genoegdoening voor militairen die hun werk netjes doen. De AFMP vindt dat de bond, onder voorwaarden, inzage moet krijgen in de geweldsinstructie. Alleen dan kan een bond zijn leden goed bijstaan, aldus een woordvoerster.
De uitspraak stemde de Koninklijke Marine tevreden. „Wij zijn blij. O. kan weer gewoon zijn werk doen en zijn carrière bij de marine vervolgen." Ook het Openbaar Ministerie kon zich in enkele punten van het vonnis vinden. De rechtbank oordeelde bijvoorbeeld dat er wel degelijk iemand gewond is geraakt door een afgeketste kogel die was afgevuurd door de marinier. Ook oordeelde de rechtbank dat het OM ontvankelijk was in de zaak, iets wat de advocaat van O. had betwist.