In de Joodse regio in Rusland is het veiliger dan in Israël
Josef Stalin mag dan ’s werelds wreedste dictator zijn geweest, die ook nog eens antisemiet was, hij gaf in elk geval Joden een stuk grondgebied. Het ”Siberische Israël” was ooit een groot succes.
De Joodse Autonome Oblast is vandaag nog maar voor 1 procent Joods. De concurrentie met het ‘echte’ Israël is te groot.
Wie het avontuur aangaat om de Trans-Siberische spoorlijn tot het Verre Oosten te bereizen, komt vlak voor het eindstation Vladivostok in het regionale stadje Birobidzjan aan. Tegenover het station van Birobidzjan staat een gouden kandelaar met zeven kaarsen als teken dat de zojuist aangekomen reizigers zich in Joods gebied bevinden.
Zjama Michailovitsj Geffen herinnert zich nog dat hij als 11-jarige vertrok naar dit gebied. „Er was hier niets, alleen taiga. We bouwden hier een stad, een treinstation en scholen.” De Russische revolutie in 1917 bracht de Joden welvaart. Terwijl onder de tsaren Joden niet naar theaters mochten of studeren aan universiteiten, gaf het socialisme hun de mogelijkheid om uit de marge te kruipen en invloed te krijgen in de maatschappij.
Binnen niet al te lange tijd begon Stalin argwaan te krijgen: de Joden kregen wel erg veel invloed, vond hij. Begin jaren 30 besloot Stalin de Joodse bevolking van de Sovjet-Unie een speciaal territorium aan te wijzen. Veertien jaar vóór de stichting van Israël was de Joodse Autonome Regio (EAO) het eerste Joodse grondgebied in de moderne tijd. In 1939 was 18 procent van de bevolking hier Joods, waren er een Joodse krant en een Joods theater.
Veel critici bestempelden het project van Stalin als antisemitisch. Het zou neerkomen op het „dumpen van Joden duizenden kilometers van waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen en in een terrein waar het levensonderhoud veel tijd en energie vergde.” Joden zelf vonden het echter niet erg. Veel vooroorlogse intellectuelen vonden het plan van Stalin zelfs prachtig. Het socialisme was toen onder Joden populair en van heinde en verre trokken ze vrijwillig naar Birobidzjan en omgeving. Beslist niet alleen vanuit de Sovjet-Unie.
Atheïsme
Maar het optimisme maakte al snel plaats voor angst. De grote zuivering van Stalin ging de lokale Joodse overheid niet voorbij. Joodse tradities werden actief ontmoedigd.
Toch trokken overlevenden van de Holocaust ook na de Tweede Wereldoorlog nog massaal naar de communistische Joodse ‘heilstaat’.
In de volgende decennia was het niet populair de Joodse identiteit uit te dragen: in de atheïstische Sovjet-Unie werd religie nog altijd gezien als vijand van de staat. Een Joods volk was in de communistische ideologie prima, de Joodse religie niet.
Tijdens de ‘dooi’ die na de dood van Stalin in 1953 onder Chroesjtsjov doorzette, konden Joden emigreren naar Israël. De val van de Sovjet-Unie bracht een nieuwe golf van emigratie. Daardoor raakte de economie in verval. Goedkope Chinese goederen overspoelden de markt. De werkloosheid stimuleerde de emigratiegolf alleen maar: men ging massaal op zoek naar een betere toekomst.
„Er zijn bijna geen Joden meer”, zegt Azeri Vagabov, inwoner van Birobidzjan. „Ik snap niet waarom de regio nog steeds die naam draagt.”
Qua handel is de regio afhankelijk van China, zegt Vagabov, zelf van Dagestaanse afkomst: „De winkels liggen vol spullen uit China. Veel ervan komt hier via Moskou.”
De Joodse regio is erg arm en heeft grote problemen met alcoholmisbruik en werkloosheid. Vagabov geeft de etnische Russen de schuld van de economische malaise. „De gewone Rus wil niet werken. Hij is lui en gewend om veel te drinken.”
Renaissance
Nog altijd wonen er zo’n 3000 Joden. Velen komen uit Joodse families, maar hebben de cultuur vaarwel gezegd. De overheid probeert met een herleving van de Joodse cultuur toeristen en investeerders uit Israël aan te trekken. Ook Rostislav Goldstein, Doemavertegenwoordiger van de regio, ziet daarvan voordelen. „Israëlische bedrijven kunnen van hieruit de Chinese markt bestoken.”
Dit is het slot van een tweeluik over het Jodendom in de voormalige Sovjet-Unie. Hieronder deel 1.