Korea-top geen gebedsverhoring voor christenen Noord-Korea
Noord-Koreaanse christenen hebben de vaste overtuiging dat alleen de kracht van het Woord van God hun land en ook hun leider kan veranderen, reageert Richard Groenenboom.
Veel euforie was er de afgelopen weken over de toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea. En laat ik eerlijk zijn: ik vond het ook fascinerend om de beelden te zien van de Noord-Koreaanse leider Kim Jung-un en de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in die elkaar omhelzen en bijna gezellig met elkaar zitten te dineren. Wie had dit kunnen bedenken? Erg opmerkelijk is het, zeker als je je realiseert dat we een paar maanden geleden op de rand van een kernoorlog stonden.
Tegelijkertijd verbaasde ik me over de soms wat naïeve reacties, ook onder christenen. Op de website van Charisma News schrijft journalist J. Lee Grady een artikel onder de kop ”Noord-Korea zal de deuren voor het christendom openen”. Grady betoogt dat dit het moment is waar Noord-Koreaanse christenen al jaren voor gebeden hebben. Dat dit het begin is van een proces waardoor er meer ruimte zal komen voor het Evangelie.
Hebben Noord-Koreaanse christenen werkelijk voor dit moment gebeden? Uit het artikel blijkt niet dat Grady ook maar één Noord-Koreaanse christen heeft gesproken die hem dit heeft verteld.
Geestelijk
SDOK werkt al jaren onder Noord-Koreaanse christenen. Vanuit Zuid-Korea proberen we Noord-Korea te bereiken met de Bijbelse boodschap.
Van Eric Foley, directeur van onze lokale partnerorganisatie, heb ik geleerd dat je, wanneer je zaken die met Noord-Koreaanse christenen te maken hebben wilt begrijpen en interpreteren, het beste te rade kunt gaan bij die christenen zelf. Dagelijks spreekt Foley met hen. Als ik hem vraag hoe zij tegen de recente Korea-top aankijken, krijg ik een heel ander verhaal te horen dan Lee Grady wil doen geloven. Volgens Foley is deze top helemaal geen vervulling van iets waar Noord-Koreaanse christenen al jaren voor bidden. Sterker nog, ze zijn sceptisch over wat er de afgelopen weken is gebeurd.
Hebben ze dan echt niet gebeden voor een kernwapenvrij Noord-Korea? Nee, dat is inderdaad niet hun gebed geweest. Noord-Koreaanse christenen zijn niet naïef of wereldvreemd, maar willen ons leren dat we ”het Koreaprobleem” primair geestelijk moeten benaderen.
Het Noord-Koreaanse regime is een duivelse macht die de eigen bevolking al vele jaren onderdrukt. Het opbouwen van spanning rond het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma is daar slechts een symptoom van. Doordat er allereerst over symptomen wordt gepraat, bestaat het risico dat de grondoorzaak over het hoofd wordt gezien.
Noord-Koreaanse christenen hebben de vaste overtuiging dat alleen de kracht van het Woord van God hun land en ook hun leider kan veranderen. Dat is waar ze al jaren voor bidden. Het enthousiasme bij veel westerse christenen over de Korea-top wordt wellicht ingegeven door de gedachte dat, als er met Noord-Korea overeenstemming is bereikt over het opruimen van de kernwapens, vervolgens automatisch het gesprek over de mensenrechten gevoerd zal worden. Dat is echter een vergissing. Als we naar onze Noord-Koreaanse broeders en zusters luisteren, horen we van hen dat we het kwaad dan erg onderschatten.
Pragmatisme
Niets wijst erop dat de huidige gesprekken iets zullen veranderen aan de situatie van christenen in het land. Kim Jung-un sprak mooie woorden in het grensdorp Punmunjom. Hij sprak over vrede, terwijl zijn regime verantwoordelijk is voor het zowel fysiek als mentaal mishandelen van miljoenen mensen. Dan hebben we het nog niet eens over de tienduizenden christenen die om hun geloof gevangenzitten in concentratiekampen.
Tot op heden is niet gebleken dat er sinds de Korea-top iets veranderd is in de houding van de Noord-Koreaanse leider ten opzichte van zijn eigen bevolking. Zijn verzoenlijke houding lijkt ingegeven door pragmatische overwegingen. De belabberde economische situatie in Noord-Korea, die mede wordt veroorzaakt door westerse sancties, kan een bedreiging worden voor zijn eigen positie. Dat interesseert hem meer dan vrede en rechtvaardigheid. Na de Korea-top in 1991 was er niet minder optimisme dan nu. Het bleek later onterecht.
Groei
Kim Jung-un en zijn regime zijn nog niet veranderd en daarom blijven Noord-Koreaanse christenen onvermoeibaar bidden dat de leiders God leren kennen. Gods Woord heeft kracht, dat zien we als SDOK ook in een duister land als Noord-Korea. Een groeiend aantal Noord-Koreanen bekeert zich tot het christendom, zo blijkt uit de informatie die we van onze lokale partnerorganisatie krijgen.
Noord-Koreanen horen de getuigenissen van christenen en zien hoe het Evangelie hun leven veranderd heeft. Ook vinden er bijzondere genezingen plaats, met als gevolg dat men Jezus Christus aanneemt als Zaligmaker.
Op 14 juni is Eric Foley in Nederland om samen met een Noord-Koreaan over deze bijzondere ontwikkelingen te vertellen (sdok.nl/noordkorea). God opent inderdaad deuren voor het Evangelie in Noord-Korea. Dit gebeurt echter eerder ondanks dan dankzij de twee Koreaanse leiders die spreken over denuclearisatie en het beëindigen van een oorlog. Laten we doorgaan met bidden dat de macht van de boze in Noord-Korea verbroken wordt. Dat is wat onze Noord-Koreaanse broeders en zusters ons voorhouden.
Richard Groenenboom is woordvoerder bij SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk).