Regering Spanje negeerde waarschuwingen voor aanslagen
De Spaanse inlichtingendienst heeft de politie in november vorig jaar al gewaarschuwd dat een Algerijnse terreurverdachte een aanslag beraamde in Spanje, maar die waarschuwing werd genegeerd door de Spaanse regering. De Algerijn, Allekema Lamari, was hoogstwaarschijnlijk de leider van de terreurcel achter de treinaanslagen van 11 maart in Madrid, die aan 191 mensen het leven kostten.
Volgens de Spaanse krant El Pais vroegen de inlichtingenofficieren het ministerie van binnenlandse zaken, waar de politie onder valt, dringend om hulp bij de opsporing van de Algerijn, maar liet het ministerie niets van zich horen. Het ministerie wilde maandag niet op het bericht in El Pais ingaan.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken verklaarde vrijdag dat Lamari een van de zeven hoofdverdachten was, die zich in april bij een inval van de politie opbliezen. Lamari was de laatste van de terreurverdachten van wie de identiteit werd vastgesteld. Daarvoor werd DNA–materiaal van de overblijfselen van de verdachte vergeleken met materiaal van zijn ouders in Algerije.
De Spaanse inlichtingendienst schaduwde Lamari vanaf het moment dat hij in 2002 uit de gevangenis kwam, waar hij vijf jaar had gezeten wegens lidmaatschap van een Algerijnse moslim-extremistische groepering. Volgens El Pais waarschuwde de dienst de toenmalige conservatieve regering vijf dagen voor de aanslagen dat Lamari was verdwenen uit Lavapies, een wijk van Madrid waar veel moslims wonen. Vijf dagen na de aanslagen verzocht de dienst de regering om foto’s van Lamari te verspreiden door het land, maar ook daar gaf de regering geen gehoor aan.