In 1997 stapten 83 op de 1000 niet-gehuwde vrouwen van tussen de 25 en de 30 jaar in het huwelijksbootje. In 2017 waren dat er 37. In de leeftijd 30 tot 35 nam het aandeel af van 74 naar 43 op de 1000. Ook bij de mannen was de daling in deze leeftijdsgroepen groot. Dat bleek woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De populariteit van het huwelijk neemt al jaren af. Twintig jaar geleden trouwden er nog 85.000 paren, de laatste jaren schommelt dit aantal rond de 65.000. Steeds meer stellen kiezen voor het geregistreerd partnerschap. Vooral twintigers en dertigers geven daar de voorkeur aan.

De daling van het aantal huwelijken wordt deels gecompenseerd door geregistreerde partnerschappen. Vorig jaar sloten bijna 18.000 paren zo’n partnerschap, ruim 2000 meer dan in 2016 en 11.000 meer dan in 2007. Ruim 64.000 paren trouwden in 2017.

Samenwonen

Volgens de CBS-cijfers trouwen mensen op steeds latere leeftijd. Bij mannen nam de gemiddelde leeftijd toe van 30 naar 34 jaar, bij vrouwen van 28 naar 31,5 jaar.

Onder jongere generaties is het steeds vaker gebruikelijk om eerst ongehuwd samen te wonen en pas later of helemaal niet te trouwen. In de leeftijd van 35 jaar woont daardoor nu een groter deel ongehuwd samen.

In 1997 was nog 70 procent van de 35-jarige vrouwen gehuwd, en ruim 60 procent van de mannen. Begin 2017 was dat gedaald naar 45 procent van de vrouwen en 36 procent van de mannen.

Dit jaar is ook de manier waarop mensen trouwen veranderd. Door een wijziging van de trouwwet huwen koppels niet langer automatisch in algehele gemeenschap van goederen, maar in ‘beperkte’ gemeenschap.