Kritiek op lager loon gehandicapte
Om werkgevers te stimuleren arbeidsgehandicapten in dienst te nemen, wil het kabinet hun toestaan deze groep onder het minimumloon te betalen. Dat plan zet veel kwaad bloed, bleek vandaag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Wat is er aan de hand?
De helft van de ruim 200.000 arbeidsgehandicapten in Nederland heeft geen werk. Om dat te veranderen bepaalde de overheid al in 2013 dat bedrijven tot 2026 125.000 extra banen moeten creëren voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Omdat dit ondanks een florerende economie niet héél erg wil vlotten, hoopt het kabinet bedrijven met een wetswijziging een duw in de rug te geven.
Wat wil het kabinet veranderen?
Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken) wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken arbeidsgehandicapten aan te nemen. Veel bedrijven zijn daar nu huiverig voor, omdat mensen met een arbeidshandicap vaak onvoldoende productief zijn om voor hun werkgever het minimumloon ‘terug’ te verdienen. Daarom krijgen werkgevers volgens de huidige wet subsidies van de gemeente die hun in staat stellen gehandicapten toch een volwaardig loon te betalen. Werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt dit systeem van looncompensatie echter omslachtig en bureaucratisch. Van Ark wil het systeem daarom aanpassen. Als het aan haar ligt gaan bedrijven vanaf 2019 arbeidsgehandicapten die nieuw in dienst treden slechts betalen voor wat zij op de werkvloer ‘waard’ zijn. Een voor 60 procent productieve arbeidsgehandicapte krijgt dan van zijn werkgever nog maar 60 procent van het minimumloon. Om dit salaris aan te vullen tot het wettelijk minimumloon, moeten arbeidsgehandicapten vervolgens zelf hun hand ophouden bij de gemeente voor een uitkering. Loondispensatie, heet dat.
En, gaat dat werken?
Het kabinet meent van wel. Voor bedrijven betekent het een lastenverlichting. Bovendien zou het voor alleenstaande arbeidsgehandicapten die in deeltijd werken meer lonen om te werken. Het Centraal Planbureau stelde vandaag dat die redenering klopt. Maar dan alleen voor díé specifieke groep. Voor arbeidsbeperkten die voltijds werken is het nieuwe systeem (vanwege een lagere arbeidskorting) juist minder gunstig. Per saldo verwacht het CPB daarom weinig effect op de deelname van arbeidsgehandicapten. En daarmee lijkt het belangrijkste argument voor een wetswijziging het kabinet door het CPB uit handen geslagen. Automatisch komen de schijnwerpers nu te staan op de nadelen van de wet.
Welke nadelen?
Die werden vandaag tijdens de hoorzitting breedvoerig geschetst. Niet alleen de arbeidsgehandicapten zelf, ook vakbonden en gemeenten (verenigd in de VNG) zien niets in een wetswijziging. Ze wijzen erop dat gehandicapten straks over een fors kleiner deel van hun inkomen pensioen zullen opbouwen.
Volgens Cedris draagt het plan daarom niet bij aan een inclusieve samenleving, waarin iedereen telt. „Het is slechts een beetje meedoen. Bedenk wat dat doet met mensen.” Belangengroep Ieder(in) stelde dat mensen met een arbeidsbeperking straks niet meer zullen durven samenwonen, vanwege de sancties die daaraan kleven. Arbeidsgehandicapten vallen straks namelijk onder dezelfde regels als bijstandsgerechtigden, waardoor zij geen recht hebben op een aanvullende uitkering als zij een werkende partner of vermogen hebben of nog thuis wonen. Volgens het College voor de Rechten van de Mens is er zelfs sprake van ongelijke behandeling en discriminatie „wat kan leiden tot gevoelens van minderwaardigheid.” Volgende week debatteert de Kamer over de heikele kwestie.