Pesach is het feest van vrijheid en van verlossing
Pesach is het feest van de vrijheid. Dat het vóór alles het feest van de verlossing is, daarvan zijn de Joden doordrongen. Een opmerkelijke archeologische opgraving bevestigde dat eerder deze week.
Dezer dagen heerst er topdrukte in Jeruzalem. Vrijdagavond begon Pesach, het feest van de ongezuurde broden. Christenen vieren Goede Vrijdag en Pasen. Dat gebeurt twee keer, want westerse en oosterse kerken gebruiken verschillende kalenders.
De seider is de feestelijke, liturgische maaltijd die urenlang duurt. Joden lezen de Haggada, die de verschillende gangen van de maaltijd aangeeft en de bevrijding uit de Egyptische slavernij als thema heeft.
Pesach is het feest van de vrijheid. Oud-ambassadeur Yoram Ettinger schrijft in zijn nieuwsbrief dat het Hebreeuwse woord voor vrijheid (”cheeroet”) verbonden is met het woord voor verantwoordelijkheid (”acharajoet”). Ze hebben met elkaar te maken. Vrijheid moet mensen aanzetten tot het accepteren van verantwoordelijkheid binnen de gemeenschap. Vrijheid mag niet het najagen worden van eigen verlangens, want die kunnen leiden tot anarchie. Vrijheid wordt gestuurd door zedelijke beginselen.
Het gemeenschappelijke blijkt duidelijk aan de seidertafel. Als de aanwezigen de Haggada lezen, verbinden ze zich met vorige en toekomstige geslachten. Op dezelfde avond lezen Joden overal ter wereld de Haggada.
Uit een onderzoek naar het Israëlisch judaïsme van het Beleidsinstituut voor het Joodse Volk in Jeruzalem blijkt dat 97 procent van de Israëlische Joden deelneemt aan de seider. Meer variatie in de antwoorden is er als Israëliërs worden gevraagd of ze de hele Haggada uitlezen, iets wat urenlang duurt. Van de „totaal seculiere” Israëliërs doet 22 procent dat en van de „seculieren die een beetje de traditie houden” 58 procent. Hoog scoren de „ultraorthodoxen”, met 95 procent, en de „nationaal religieuzen” met 99 procent.
Op de vraag: „Waarom neemt u deel aan de seider?” geeft een kwart van de Israëlische Joden als antwoord: „Omdat de Thora dat zegt.” De rest doet het om historische en culturele redenen en vanwege de familieband.
Het gemeenschappelijk element is ook te zien bij de pelgrimages. Joden uit de diaspora komen tijdens Pesach massaal naar Jeruzalem. Tienduizenden gaan maandagmorgen naar de ”birkat kohanim”, de zegen van Aäron, die Joden uit het priesterlijk geslacht uitspreken bij de Westelijke Muur. Dat is de steunmuur van de Tweede Tempel, die in 70 na Christus ten onder ging.
Deze plaats in Jeruzalem is al eeuwenlang het hart van de Joodse natie.
De Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem maakte deze week bekend dat het archeologisch team van dr. Eilat Mazar op de heuvelrand aan de zuidzijde van de Tempelberg tientallen bronzen munten heeft gevonden die de Joodse bewoners in een grot achterlieten tijdens de Romeinse belegering (66-70 n.Chr.). De meeste van deze munten dateren uit het laatste jaar, ook bekend als het „jaar 4” (69-70 na Chr.). Opvallend is dat de inscriptie veranderde. Eerst stonden de woorden „voor de vrijheid van Sion” op de munten, daarna „voor de verlossing van Sion.” De verandering laat zien dat de stemming onder de rebellen veranderde. „Zo’n ontdekking, vlak voor Pesach, het Joodse feest van de vrijheid, is ongelooflijk indrukwekkend”, zegt Mazar. En gelijk heeft ze.