CDA-senator Van Hulst (1911-2018) redde honderden Joden
Verzetsman Johan Wilhelm van Hulst redde in de Tweede Wereldoorlog honderden Joden. „We hebben niet verzet gepleegd om de held te spelen. Je probeert je plicht te doen. Dat de mensen later niet kunnen zeggen: hij stond erbij en hij keek ernaar”, zei hij een paar jaar terug tegen het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
Van Hulst is donderdag op 107-jarige leeftijd overleden. Hij heeft een zeer actief leven gehad. Zo zat hij van 1956 tot en met 1981 in de Eerste Kamer, eerst voor de Christelijk-Historische Unie (CHU) en sinds 1977 voor het CDA. Hij was hoogleraar, vervulde vele bestuursfuncties en publiceerde honderden artikelen en boeken, niet alleen over opvoedkunde en onderwijs, maar ook over de oorlog.
Ook was de zoon van een Amsterdamse meubelstoffeerder verwoed schaker. Kort voor zijn 98e verjaardag won hij samen met Jan Nagel nog het Corus Schaaktoernooi voor oud-parlementariërs. „Ik ben in ernstige mate lijdend aan schaakvergiftiging”, zei hij bij zijn 100e verjaardag in NRC Handelsblad.
Van Hulst werd in 1938 leraar Nederlands en geschiedenis aan de Hervormde Kweekschool in Amsterdam, een opleiding voor onderwijzers. Vanaf 1942 gaf hij leiding aan die school aan de Plantage Middenlaan, recht tegenover de Hollandsche Schouwburg, vanwaaruit Joden naar het doorgangskamp Westerbork werden gedeporteerd.
Naast de kweekschool was een crèche waar baby’s en peuters in afwachting van hun deportatie werden ondergebracht. Over de heg werden de kinderen aan helpers in de school aangereikt vanwaar ze in veiligheid werden gebracht. Van Hulst schatte dat hij zo zeker vijfhonderd kinderen van de dood heeft gered, maar andere schattingen komen hoger uit.
Van Hulst werd om zijn verzetsactiviteiten in april 1945 ter dood veroordeeld en dook onder. Hij werd voor zijn verzetswerk in 1973 beloond met de Yad Vashem-medaille van het gelijknamige museum in Jeruzalem.
In 1962 vertrok hij bij de kweekschool en ging hij naar de Vrije Universiteit om hoogleraar theoretische pedagogiek en geschiedenis van de pedagogiek te worden. Hij combineerde die functie met het lidmaatschap van de Eerste Kamer, waar hij het tot fractievoorzitter bracht. Van 1968 tot en met 1971 was hij voorzitter van de CHU, de christendemocratische partij waarbij vooral Nederlandse hervormden zich aansloten.
Van Hulst bleef tot op hoge leeftijd actief en volgde de politiek nauwgezet. Hij was tegen samenwerking van het CDA met de PVV in het kabinet-Rutte I.