Roofvogels baren postduivenhouders zorgen
Duivenmelkers zien met lede ogen aan hoe steeds meer haviken, slechtvalken en sperwers hun kostbare postduiven te grazen nemen. Postduivenhouder Vincent Hoogerwerf is daarom eind vorige maand een petitie gestart om de duivensport te redden.
Het aantal roofvogels in Nederland groeit te snel, vindt Hoogerwerf. Mede dankzij de hulp van mensen. Van de vele buizerds ondervinden postduiven geen hinder, maar haviken en slechtvalken zijn verzot op deze vogels. De veel kleinere sperwers pakken soms ook een postduif, maar alleen als die op of dicht bij de grond zit.
Vanuit het achterraam van zijn woning in het Noord-Brabantse Mill heeft Hoogerwerf goed zicht op de duivenhokken, die langs een gazon staan opgesteld. „Roofvogels jagen het liefst tegen de wind in. Langs of door dat stukje bos komen ze aanschieten en in een paar seconden is het gebeurd. Eén duif gepakt en de rest in paniek alle kanten op.”
Bewondering
De duivenliefhebber benadrukt een natuurliefhebber te zijn en beschrijft met bewondering de jachttechniek van een paartje slechtvalken. „Ze vliegen in twee lagen. De onderste valk jaagt een koppel duiven omhoog, waarna de bovenste erop duikt.”
In tegenstelling tot grote roofdieren, die juist verzwakte dieren vangen, pakken roofvogels altijd de beste, weet Hoogerwerf. „Als ze wedstrijdduiven kunnen krijgen, eten ze geen stadsduiven. Ze zoeken het allerbeste voor hun jongen. Een collega bezat twee vogels die op de ranglijst van beste Nederlandse duiven op plek 7 en 15 stonden. Toen hij zijn duiven liet vliegen, kreeg een slechtvalk er lucht van en greep de beste eruit, nummer 7. Twee dagen later kwam de valk weer langs en pakte hij nummer 15. Daar ging het levenswerk van mijn collega.”
Last
Volgens Hogerwerf stoppen per jaar 100 tot 200 leden van de postduivenhoudersvereniging vanwege de roofvogels. „Haviken en sperwers horen van nature in Nederland thuis. Slechtvalken broeden vanouds in berggebieden, maar inmiddels telt Nederland zo’n 220 tot 250 geregistreerde paartjes. Plus alle ongeregistreerde paren, zoals die bij ons in de kerktoren. Van havikenparen zijn er nu ongeveer 5000. Van slechtvalken hebben we het hele jaar last, maar van haviken alleen rond de balts en in de tijd dat ze jongen hebben.”
Bovendien zouden er niet zo veel slechtvalken zijn als er niet overal nestkasten werden opgehangen. Gesteund door vele andere van de 17.000 postduivenhouders heeft Hoogerwerf daarom een verzoekschrift opgesteld om de postduivenhouderij te redden. Daarin vragen ze om een verbod op het plaatsen van nieuwe roofvogelnestkasten en om het verwijderen van lege nestkasten. Ook willen ze het fokken van sperwers, haviken en slechtvalken ingeperkt zien, een verbod op het uitzetten ervan en een verbod op het importeren van genoemde roofvogels. Ze vragen eveneens de beschermde status van roofvogels voor een bepaalde periode per jaar vrij te geven.
De duivensport staat sinds vorig jaar op de Nederlandse lijst van immaterieel erfgoed en valt dus onder het Unescoverdrag ter bescherming van waardevolle cultuurtradities.
Marieke Dijksman van de Vogelbescherming Nederland bestempelt de petitie als flauwekul. „Er zijn drie grote onderzoeken gedaan in landen met veel slechtvalken en postduiven. Daaruit bleek dat het opeten door roofvogels de oorzaak was van slechts 14 procent van het sterftecijfer van postduiven.” Bij roofvogels denkt ze met name aan slechtvalken: „Voor zover ik weet pakken haviken geen postduiven.”
Volgens Dijksman zijn er niet te veel roofvogels. „Door overmatig pesticidengebruik waren ze tegen het einde van de 20e eeuw bijna uitgestorven. Nu herstellen de aantallen zich weer.”
Met twee punten uit het verzoekschrift is de Vogelbescherming het wel eens: het verbod op het uitzetten van roofvogels en op het uitzetten van gefokte roofvogels. Daarover is de organisatie in gesprek met de politiek.
Volkel
Hoogerwerf licht toe: „Bij de Vliegbasis Volkel worden roofvogels losgelaten om vogels weg te houden van vliegtuigen. Vervolgens paren deze tamme vogels met wilde. De jongen vertonen onnatuurlijk gedrag door in de buurt van mensen te jagen.”
De postduivenhouder wil zijn verzoekschrift met de verzamelde handtekeningen op 22 mei aanbieden aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en aan het bestuur van de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie. „We moeten samen naar een oplossing zoeken.”