Als droogte voorbij is moet Kaapstad water prijzig houden
De watercrisis in Kaapstad moet tot blijvende veranderingen leiden, omdat waterschaarste het nieuwe normaal is, stellen Anton Earle en Johannes Ernstberger.
Het Zuid-Afrikaanse Kaapstad heeft altijd al een waterprobleem gehad. De stad nam echter een aantal goede maatregelen om een crisis zoals de huidige droogte te vermijden. In de voorbije vijftien jaar werd het waterverbruik per inwoner teruggedrongen. Lekkages werden aangepakt. Aan de andere kant: 99 procent van de watervoorraad komt voor rekening van amper zes stuwdammen.
Steden als Kaapstad doen er goed aan hun waterbeleid tegen het licht te houden. Wanneer de politieke wil er is om te investeren, kunnen technologieën worden ingezet om voor voldoende water te zorgen als de natuur niet genoeg regen brengt. Kaapstad investeert nu bijvoorbeeld in ontziltingsinstallaties. Maar wil dit financieel uit kunnen, dan moet het op grote schaal gebeuren.
Een andere mogelijkheid is verbetering van de manier waarop rioolwater gefilterd wordt voor hergebruik. De steden Singapore en Windhoek hebben al bewezen dat die aanpak werkt, als er maar voldoende politieke wil is en de zuiveringsinstallaties vertrouwen krijgen.
Recht op water
Tijdens de droogte legde Kaapstad een nieuwe prijsstructuur op voor water. De Zuid-Afrikaanse grondwet voorziet in het recht op water, en dat wordt geïnterpreteerd als 25 liter per dag per persoon. Die hoeveelheid is gratis. Wie meer water wil, kan een redelijke hoeveelheid tegen een lage prijs verbruiken. Maar zodra je meer verbruikt dan wat een gemiddeld gezin nodig heeft, stijgt de prijs per liter snel.
De stad moet er vooral op toezien dat die prijspolitiek behouden blijft en dat er zo geld komt om de stad beter te wapenen tegen een volgende crisis. Het zal daarom goed zijn wanneer het water in Kaapstad prijzig blijft, maar óók steeds voorhanden zal zijn.
Kaapstad ziet, in het verlengde van de prijsontwikkeling, rond water een nieuwe mentaliteit ontstaan. Water wordt steeds meer behandeld als een kostbaar goed. Verspilling is sociaal niet langer acceptabel en de bevolking staat achter investeringen in waterbeheer. Sommige mensen scheppen zelfs op over hun inspanningen om water op te slaan en te recyclen.
De Zuid-Afrikaanse stad heeft aangetoond dat het mogelijk is om economische groei los te koppelen van een groeiend waterverbruik. Dat piekte rond 2004. De stad en de economie bleven daarna gestaag groeien, terwijl het watergebruik geen nieuwe records vestigde.
Anton Earle is directeur van het Africa Regional Centre (ARC) van het Stockholm International Water Institute (SIWI) in Pretoria. Johannes Ernstberger is Communications Officer bij het SIWI. Bron: IPS.