Uit de woensdag gepubliceerde cijfers blijkt verder dat bij de 45-plussers er nog wel een duidelijke groei is. Ook onder personen met een niet-westerse achtergrond ging het aantal mensen met bijstandsuitkering nog omhoog.

Eind 2017 telde Nederland in totaal 461.000 bijstandsgerechtigden. Dit waren er 3500 minder dan een jaar eerder. Er stroomden dus meer mensen de bijstand uit dan erin, wat volgens het CBS een duidelijk gevolg is van de aantrekkende arbeidsmarkt.

De groep jongeren in de bijstand bleef min of meer gelijk. Onder de 45-plussers moesten wel zo’n 5000 mensen extra hun toevlucht tot de bijstand nemen.

Dat er nog steeds bijstandsgerechtigden bijkomen, komt voor een deel door de instroom van asielzoekers, met name uit Syrië. Degenen die een verblijfsvergunning krijgen, kunnen een beroep doen op bijstand. Zo kwamen er vorig jaar 6000 bijstandsgerechtigden met een niet-westerse achtergrond bij.

Wat ook meespeelt is de verhoging van de AOW-leeftijd. Dat vertraagde vorig jaar de uitstroom van bijstandsgerechtigden die tegen de AOW-leeftijd aanzaten. Zij moesten door de verschuiving van de leeftijdsgrens met drie maanden immers iets langer wachten voordat zij de bijstand konden verlaten voor hun pensioen.

De verhouding tussen uitstroom en instroom verschilt duidelijk per regio. In Zeeland en de FoodValley –de zuidelijke gemeenten van de Gelderse Vallei– was de uitstroom relatief het grootst. Van invloed zijn bijvoorbeeld de plaatselijke arbeidsmarkt, de aanwezigheid van veel asielzoekers en gemeentelijk beleid. Arbeidsmarktregio Gorinchem kende relatief de laagste uitstroom.