Ontvoering van Hannah laat zien dat jonge ouders ”babyproof” moeten zijn
Ontvoeringen komen in Nederland –gelukkig– niet elke dag voor. Maandag stuurde de politie een zogenaamd Amber Alert uit over een meisje van zes maanden. De ontvoerders waren de biologische ouders, want het meisje Hannah was door de kinderbescherming uit huis geplaatst.
De Raad voor de Kinderbescherming had vastgesteld dat Hannah, als baby’tje van nog maar zes weken oud, een gebroken enkel had, gebroken ribben en meerdere blauwe plekken, vermoedelijk als gevolg van mishandeling. Volgens het Eindhovens Dagblad zijn de ouders inmiddels uit elkaar en worden ze ook beticht van oplichting, verduistering en bedreiging.
Dit is kennelijk een uitzonderlijke situatie. Zolang er niet meer bekend is over de achtergronden van de uithuisplaatsing en de ontvoering van Hannah, is het beter om uiterst voorzichtig te zijn met oordelen.
Tegelijkertijd roept zo’n kwestie wel vragen op over de veiligheid van jonge kinderen. Regelmatig is er kritiek op het optreden van de kinderbescherming, die al te gemakkelijk aan de ouderlijke macht zou tornen. Daar staat tegenover dat kinderen uiterst kwetsbaar zijn en dat helaas niet alle ouders in staat zijn om hun een veilige omgeving te bieden.
Vorige week legde oud-minister Rouvoet daar de vinger bij, toen hij zijn actieplan aanbood om vechtscheidingen te voorkomen. Dat plan richt zich vooral op problemen door echtscheidingen, maar Rouvoet stelde terecht vast dat voorkomen hier beter is dan genezen. In de eerste plaats omdat God –afgezien van de situatie van overspel– echtscheiding ondubbelzinnig verbiedt, maar ook omdat de schade bij kinderen daardoor vaak alleen maar groter wordt. Sociologen en psychologen beweren soms dat kinderen uit een eenoudergezin daar niet onder hoeven te lijden, maar de verdienste van Rouvoet is dat hij dat taboe doorbreekt en zonder schroom aan de kaak stelt hoe schadelijk scheiden is. „Het belang van kinderen is dat twee ouders hun ouderschap (kunnen) blijven uitoefenen.” Hij blijft niet hangen in symptoombestrijding maar benadrukt het belang van preventie, zoals relatieadviseurs voor jonge ouders. „Jongeren weten alles over seks, maar niets over relaties.” Ouders moeten niet alleen ”bevallingsproof” zijn maar ook ”babyproof”, vindt hij.
Niet iedereen neemt hem dat in dank af: „Gristengekkie Rouvoet wil eisen aan ouderschap”, zegt GeenStijl, schamperend over „dit stomme domineesland.”
Toch is dit een verfrissende boodschap in een tijd waarin de heersende moraal is dat je even gemakkelijk van partner wisselt als van auto. De nadruk op individualisering en autonomie leidt dan tot de cultuur van ”eigen plezier eerst” waarbij elk besef van collectieve verantwoordelijkheid naar de achtergrond schuift. In zulke relaties zijn kinderen geen geschenk en geen opdracht meer, maar bijproduct. Een land dat zijn nieuwe generatie zo’n toekomst aandoet, is geen knip voor de neus waard.