Situatie Syrische zuiden steeds explosiever
De kans op een oorlog tussen Israël en Iran neemt met de dag toe. Het zuiden van Syrië lijkt het toekomstige strijdtoneel te worden.
Nadat het Syrische leger eind 2016 Aleppo had veroverd, dacht vrijwel iedereen dat de Syrische burgeroorlog een keerpunt had bereikt en spoedig beëindigd zou worden. Sinds begin dit jaar heeft in Syrië echter op drie fronten een gevaarlijke escalatie plaats.
In het noorden begon Turkije in Afrin een oorlog tegen de Koerden. Daardoor kwamen Turkije en de Verenigde Staten lijnrecht tegenover elkaar te staan. In het oosten, aan de Eufraat, werden door een Amerikaans bombardement waarschijnlijk honderden Russen gedood. In het zuiden werd een Israëlische F-16 uit de lucht geschoten.
Het zuidelijk front is het meest ontvlambaar. In Afrin en aan de Eufraat proberen alle betrokken partijen verder conflict te voorkomen. In het zuiden is Iran echter uit op een oorlog met Israël. Die zal uiteindelijk onvermijdelijk zijn. De vraag is niet óf, maar wannéér dit zal gebeuren.
Israël ziet zich daarom geconfronteerd met twee onaantrekkelijke opties: afwachten tot deze oorlog uitbarst of preventief handelen. Dat laatste kan tot frictie met Moskou kan leiden. Hoe onwezenlijk de situatie is geworden bleek uit het feit dat het nota bene de Syrische tak van al-Qaida was die de Israëlische bombardementen in Syrië prees.
Ook Jordanië is bezorgd. De Jordaanse vorst Abdullah II bracht op 15 februari opnieuw een bezoek aan Moskou. Jordanië hoopt dat president Poetin druk kan uitoefenen op Iran, zodat sjiitische milities ver weg zullen blijven van de Jordaanse grens met Syrië. Het is de onduidelijke Amerikaanse strategie die zowel koning Abdullah als de Israëlische premier Netanyahu in Russische armen dreef.
Aan de Jordaans-Syrische grens en in de Syrische Golan waren Syrische milities actief die hier voor een bufferzone zorgden. Ze voorkwamen dat Iran en de Libanese Hezbollah te dicht bij de Jordaanse en Israëlische grens konden komen. De Amerikaanse CIA runde in de Jordaanse hoofdstad Amman een Militair Commando Centrum dat deze strijders van het Vrije Syrische Leger van wapens en salarissen voorzag.
President Trump besloot echter recent om dit centrum te sluiten waardoor deze rebellen plotseling geen geld en munitie meer hadden. Goed nieuws uiteraard voor Iran.
De Amerikaanse president Trump beschouwt Iran als de grootste bedreiging voor de stabiliteit in het Midden-Oosten en wil de Iraanse invloed in Syrië indammen. Deze Iraanse invloed doet zich vooral voelen in de Syrische Golan, maar de Verenigde Staten lijken voor dit gebied geen belangstelling te hebben en concentreren zich op de Koerden in oostelijk Syrië.
Israël probeerde net als Jordanië van Washington de garantie te krijgen dat buitenlandse sjiitische strijders Syrië zouden verlaten. Een verzoek dat door Washington werd genegeerd – net als de Israëlische eis dat deze milities op 60 kilometer afstand van de Israëlische grens zouden blijven.
Zowel Jordanië als Israël had gehoopt dat de Russische militaire interventie in Syrië ertoe zou leiden dat Rusland geleidelijk aan Iran zou gaan vervangen als de belangrijkste beschermheer van het Syrische regime.
Dit werd echter niet bewaarheid doordat Moskou in Syrië vleugellam zou zijn zonder de stootgroepen op de grond die door Iran geleverd worden. Iran heeft een eigen militaire infrastructuur opgebouwd in de Syrische Golan die daardoor steeds meer het karakter kreeg van een Iraans-Israëlische grens.