SER-plan voor ouderschapsverlof miskent rol van moeder in zorgtaken
De verlofregelingen bij de geboorte van een kind moeten vereenvoudigd worden. Voor elke vorm van verlof gelden nu andere voorwaarden en manieren van financiering. En dat is veel te complex, vindt de Sociaal Economische Raad (SER). Vandaar dat dit adviesorgaan aanbeveelt het ouderschapsverlof, het kraamverlof en het partnerverlof samen te voegen.
In de verlofregeling die de SER voor ogen heeft, kunnen beide ouders minder gaan werken na de geboorte van hun kind. Ze mogen hiervoor ieder 26 keer het aantal arbeidsuren per week inzetten. Zes weken verlof worden doorbetaald. Omdat dit volgens de SER niet mag leiden tot lastenverzwaringen bij de werkgevers, moet dit verlof betaald worden uit de algemene middelen. De belastingbetaler draait dus op voor de kosten.
Feit is dat het vooral het kraamverlof voor de vader op dit moment met enkele dagen wel erg karig is. In tal van landen is de regeling veel ruimer. En dat is zeker niet verkeerd, aangezien de vader –of partner, zoals de SER hem consequent noemt– nu amper de tijd krijgt om een beetje te wennen aan het nieuwe gezinslid, omdat hij na de geboorte vrijwel direct weer aan het werk moet. Wie bedenkt dat het krijgen van een kind een van de belangrijkste gebeurtenissen in het leven is, kan moeilijk wat inbrengen tegen het verruimen van de kraamverlofregeling.
De SER-plannen gaan echter drie stappen verder dan die van het kabinet. Dat sprak in het regeerakkoord ook af dat er zes weken partnerverlof moeten komen, maar dan op kosten van de werkgever. De SER is bang dat daar weinig van terecht komt, omdat bijvoorbeeld het midden- en kleinbedrijf afhaakt. Daarmee komt een belangrijke doelstelling in gevaar: er moeten meer vrouwen aan de slag.
Het is verbazend dat de SER met dit advies komt één dag nadat het CPB waarschuwde dat de belastingdruk voor eenverdieners onevenredig hoog is. Het CPB voegde er nota bene aan toe dat die inkomensongelijkheid in de toekomst verder toeneemt. Het lijkt erop dat de SER blind is voor de gevolgen van het beleid van de overheid en er nog een schepje bovenop wil doen. De SER stuurt bewust aan op het opnemen van het ouderschapsverlof in het eerste jaar, omdat ouders er dan meteen aan wennen om zorgtaken te verdelen. De praktijk wijst uit dat daarmee een verdeling ontstaat die jarenlang in stand blijft. Zo’n maatregel zal dus de arbeidsparticipatie van vrouwen maximaal bevorderen. Dat die ook het tweeverdienerschap stimuleert –terwijl de eenverdiener in de kou blijft staan– deert de SER kennelijk weinig.
Gelukkig reageerde minister Koolmees vrijdag kritisch richting de SER. Laat het kabinet het signaal van het CPB serieus nemen en oog hebben voor zorgtaken in het gezin en de rol van de moeder daarin. Een verlofregeling die mede bedoeld is om moeder weer snel aan het werk te krijgen, is uiteindelijk in het nadeel van het kind. Een kind heeft beide ouders nodig. Niet alleen direct na de geboorte, maar ook later.