Leen van der Vlist is regiomanager van de school aan de Aleyda van Raephorstlaan te Rotterdam. Zijn school was ooit zelfstandig. Maar men ging onder ministeriële druk op in het Albeda College. Nu is men onderdeel van een school die tussen de 20.000 en 25.000 leerlingen en cursisten telt en aan rond de 2000 personeelsleden werk verschaft.

De school in Rotterdam is de voormalige christelijke mts, die altijd een zeer behoudend christelijk karakter had. Personeelsleden, docenten en leerlingen komen vanouds uit de gereformeerde gezindte. De school is de laatste christelijke mts in de regio Zuid-Holland en fungeert steeds meer als streekschool voor jongeren uit de reformatorische gezindte: van Gouda tot Hoek van Holland, van Alphen aan den Rijn tot de Zuid-Hollandse eilanden. Daardoor is de school geen echte stadsschool. De meeste jongeren komen uit de omgeving.

Van der Vlist zegt dankbaar te zijn dat hij identiteitsgebonden stages kan aanbieden. „Wij vieren dit jubileum met enige gepaste trots. Er zal dit jaar een extra groep van oud-leerlingen naar Zuid-Frankrijk gaan. Dat betekent dat de stage hen goed bevallen is.” Het bedrag dat de school investeert in bijvoorbeeld reis- en verblijfskosten bedraagt dit jubileumjaar met rond de 10.000 euro ook het dubbele van de bijdrage uit eerdere jaren.

Het is niet eenvoudig om identiteitsgebonden stageplekken in Europa te vinden, aldus de Albeda-directeur. „Toen wij als school ruim vijf jaar geleden via persoonlijke contacten met de protestantse faculteit in Frankrijk in aanraking kwamen, waren we dankbaar. Er was en er is aan het prachtige hoofdgebouw van de faculteit veel achterstallig onderhoud. Wij kunnen daar wat aan doen door onze hulp aan te merken als stage in het buitenland.

De christelijke school uit Rotterdam is een aanvulling op de hulp die kerken uit de gereformeerde gezindte aan de doorgaans armlastige faculteit geven. Secretaris A. van Velzen van het Comité d’Entraide Chrétienne Réformée uit Krimpen aan den IJssel legt uit dat diaconieën in ons land wel te bewegen zijn om te collecteren voor het theologisch onderwijs in Frankrijk. „Maar men zal diaconaal geld niet zo gemakkelijk aanwenden voor onderhoud en restauratie van een gebouw, ook al is dat een theologische opleiding.”

Tegelijk is de Stichting Vrienden van Aix al jaren betrokken bij diverse vormen van hulp aan de Franse theologische faculteit, waar onder anderen ook zendelingen van de Gereformeerde Gemeenten zowel theologie als Frans studeren.

Voor de studenten bouwkunde uit Rotterdam is het een aparte ervaring om te werken in een Zuid-Europese cultuur. Van der Vlist: „Wij leren onze studenten in Nederland bijvoorbeeld om schilderwerk vooral te zien als bescherming tegen regen, hagel, sneeuw en kou. In het zuiden ligt het accent vooral op bescherming tegen de zon en de hitte. Dat vereist een andere aanpak. Datzelfde geldt voor de verwerking van cement. De leerlingen komen ook in aanraking met andere gereedschappen en soms met andere technieken. Dat is heel leerzaam.”

Het leeraspect begint al in Nederland. Er wordt eerst geïnventariseerd waar de prioriteiten moeten liggen. Vervolgens worden er in schoolverband plannen opgesteld en begrotingen gemaakt. Een ander leeraspect is dat de studenten, die later middenkaderfuncties gaan bekleden, geconfronteerd worden met een totaal andere werkmentaliteit. Van der Vlist: „Soms blijken plannen opeens veranderd te zijn en moet er ter plekke geïnventariseerd worden. Er moet plaatselijk worden ingekocht en wijzigingen moeten worden doorgevoerd. Allemaal leermomenten.”

De directeur noemt het daarbij fijn als het werk gebeurt ten dienste van een Franse faculteit waar studenten van over de hele wereld komen. „Er zijn met name ook veel Franstalige Afrikaanse studenten, zodat er, hoewel het net vakantietijd is, contact met mensen uit niet-westerse culturen ontstaat. Ontmoeting met christenen uit alle delen van de wereld verrijkt het inzicht van onze studenten.”

Reeds twintig jaar geleden kwam SGP-wethouder A. Admiraal uit Oud-Beijerland door zijn toenmalige baan bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij in aanraking met de faculteit in Aix. Hij is nu secretaris van de Stichting Vrienden van Aix. Admiraal: „Aanvankelijk droegen we alleen financieel bij. Maar het inzicht rijpte dat daadwerkelijke hulp de onderlinge band sterker maakt.” Met Van Velzen van het Comité d’Entraide, onze stichting en het Albeda-College klikt het. Allerlei zaken worden gecombineerd.”

De stichting ging met mensen als Henri Monster en Cor Keizer aan de slag, zowel in Nederland als in Aix. Kozijnen, deuren, een complete nooduitgang en de karakteristieke luiken om de zon te weren, zijn in Nederland gemaakt en in Zuid-Frankrijk geplaatst. Studentenkamers werden opgeknapt, de rectorskamer onder handen genomen en het secretariaat en de bibliotheek vernieuwd.

Admiraal is zeer te spreken over de inzet van de jongeren van het Albeda College. „Ze doen ervaring op in een andere cultuur met nieuwbouw, onderhoud en renovatie. Ze moeten soms heel inventief zijn. Bovendien leren ze iets over te hebben voor een ander. Al het werk komt de theologische faculteit ten goede. Wij beschouwen de inzet van de jongeren van het Albeda College, in samenwerking met het comité en met onze stichting, als een stukje internationaal diaconaal hulpbetoon.”