Duurzaam bouwen zit er nog niet écht in
Grote bouwbedrijven en woningcorporaties maken langzaam maar zeker werk van het verduurzamen van woningen. Mkb’ers zijn op dit vlak veel minder actief. En huizenbezitters zijn vooralsnog moeilijk te overtuigen om mee te doen.
Die conclusies trokken deelnemers donderdag tijdens een debat op het congres van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).
Duurzaamheid geeft een stevige impuls aan de bouwproductie, blijkt uit een rapport dat het EIB donderdag presenteerde over de verwachtingen voor de bouwsector. In 2017 is in totaal zo’n 4,5 miljard euro besteed aan duurzaamheid. In 2022 kan dit oplopen naar 6 miljard. Daardoor blijft de bouwproductie na 2020 groeien, verwacht het EIB.
De afgelopen jaren is al fors geïnvesteerd in de verduurzaming van bestaande woningen, vooral in isolatie van daken, gevels, spouwmuren, vloeren en glas.
Volgens Joost Nelis, directeur van BAM Wonen, is het niet verwonderlijk dat woningcorporaties vooroplopen in duurzaamheid. „We beginnen eerst met de makkelijke projecten: woningen die op elkaar lijken.” Daaruit moeten producten en modules ‘groeien’ die ook elders zijn toe te passen.
BAM Wonen is betrokken bij de renovatie van huizen tot zogeheten nul-op-de-meterwoningen. Energiebesparende en energieopwekkende voorzieningen als zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers reduceren het netto energieverbruik tot nul. „Vijf jaar na de eerste nul-op-de-meterwoning staat bij ons de teller op ruim duizend.”
Bewoners hebben er baat bij, illustreerde Nelis met een voorbeeld. „In Heerhugowaard zijn nu enkele honderden van die woningen. Het energiebedrijf geeft per huis gemiddeld 500 euro per jaar terug. Dat is voor een sociale huurwoning een maand huur.”
Bij de corporaties is inderdaad het snelst winst te behalen als het om duurzaamheid gaat, bevestigde oud-milieuminister Ed Nijpels, voorzitter van de Commissie Borging Energieakkoord van de Sociaal Economische Raad. „Daar kun je het massaal aanpakken. Dat moet nu ook wel gebeuren. De bouwsector is hét hoofdpijndossier van het energieakkoord: te weinig innovatie in vergelijking met andere bedrijfstakken, te lage arbeidsproductiviteit. Iedereen wijst naar elkaar, de handen moeten echt uit de mouwen.”
Voor Lot van Hooijdonk (GroenLinks), wethouder duurzaamheid en milieu in Utrecht, is de Utrechtse wijk Overvecht een voorbeeldproject. „De aardgasleidingen zijn over een paar jaar aan vervanging toe. In 2030 moeten de woningen afgekoppeld zijn van het gas. We investeren niet meer in nieuwe leidingen, maar zoeken uit welke alternatieven voor aardgas het beste passen. In totaal gaat het om 8000 huizen, 75 procent is sociale huur. Er staan onder meer flats die veel in Nederland voorkomen. Daarvoor kunnen duurzaamheidsconcepten worden ontwikkeld die vervolgens in heel veel plaatsen zijn uit te rollen.”
In Zuid-Holland merkt Adri Bom, gedeputeerde ruimtelijke ordening, wonen, economie en innovatie, dat het „makkelijker gezegd is dan gedaan” om private huiseigenaren tot duurzaamheidsinvesteringen te bewegen. „We proberen nu groepen woningbezitters bij elkaar te brengen, zodat het ook financieel aantrekkelijker wordt.”
„Voor de bouw is er een wereld te winnen”, reageerde wethouder Van Hooijdonk. „Niemand wist dat hij een iPhone wilde voordat de iPhone er was. Het is niet alleen een kwestie van technieken, ook van verpakking: iets zo aanbieden en vormgeven dat mensen het begeren. Met informatie en maatwerk zijn nog hele stappen te zetten. Ook mensen die wel willen verduurzamen –en dat zijn er steeds meer– komen van een koude kermis thuis omdat goede integrale concepten in de praktijk nog lastig te vinden zijn. Maar ze zitten wel te wachten op een aanbod waar ze hun handtekening onder willen zetten.”
Nijpels verwacht veel van gebouwgebonden leningen voor verduurzaming. Die worden dan gekoppeld aan de woning zelf. „Huiseigenaren deinzen nu terug voor investeringen omdat ze mogelijk in de toekomst verhuizen en er dan geen profijt meer van hebben. Juridisch is het nog niet helder, maar als zo’n lening er komt, wordt dat voor de verduurzaming de doorbraak in de eigenwoningsector.”