Toename incidenten met verwarde personen vraagt om preventieve aanpak
Het is de hoogste tijd dat de 25 Nederlandse veiligheidsregio’s iets gaan doen aan de problemen rond verwarde personen, stelt Gert-Jan Ludden.
De verschrikkelijke gebeurtenissen rond Anders Breivik (Noorwegen, 2011), Andreas Lubitz (piloot Lufthansa, 2015) en Stephen Paddock (schutter Las Vegas, 2017) staan nog op ons netvlies. In ons eigen land hadden onder meer de aanslag op Koninginnedag in 2009 (Karst T.), de schietpartij in Alphen aan den Rijn in 2011 (Tristan van der V.), de moord op Els Borst in 2014 (Bart van U.) en de moord op Anne Faber dit jaar (Michael P.) veel impact.
Het aantal geregistreerde incidenten met verwarde personen is tussen 2011 en 2017 toegenomen van 40.000 tot 75.000. Een stijging van 87 procent. Deze schrikbarende toename heeft vermoedelijk drie redenen.
Allereerst de economische crisis. Die heeft in de periode 2008-2016 niet alleen geleid tot meer dodelijke slachtoffers dan de watersnoodramp in 1953 –gezien het aantal suïcides– maar ook tot een significante toename van het aantal verwarde personen.
Een tweede reden is de vluchtelingenopvang, waardoor ernstig getraumatiseerde mensen in langdurige opvangprocessen terechtkomen en vrij gemakkelijk gaan participeren in onze samenleving.
Een derde oorzaak is dat de reclassering en de geestelijke gezondheidszorg (ggz) verwarde mensen die onder invloed van medicatie staan veelal te snel willen laten re-integreren in de maatschappij.
Veiligheidsregio’s
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de korpschef van de Nationale Politie, Erik Akerboom, deze maand de noodklok luidde. Politiemensen zijn onevenredig veel tijd kwijt met het optreden tegen verwarde personen. De korpschef pleit voor de inzet van extra ggz-professionals binnen de wijken.
Natuurlijk is het een taak van de politie om op te treden als verwarde personen amok maken. De politie moet de openbare orde handhaven. De oproep van Akerboom is evenwel begrijpelijk; hij wil de zorg vroegtijdig laten interveniëren, om grotere problemen te voorkomen.
Er is sprake van een sluimerende crisis, die tot diep in de poriën van de samenleving doordringt. Reguliere zorg volstaat niet meer en daarom is opgeschaalde zorg noodzakelijk. Dat vergt een crisismanagementaanpak en betekent dat nu de 25 veiligheidsregio’s in ons land aan zet zijn.
Proactief
Elke veiligheidsregio heeft een Directeur Publieke Gezondheid (DPG), die als ketenregisseur functioneert op het snijvlak van de gezondheidszorg en de openbare orde en veiligheid. Bij crisisbeheersing gaat de DPG ook over de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).
De GGD is verantwoordelijk voor de psychosociale hulpverlening bij ernstige incidenten en bij rampen- en crisissituaties. Daarin werkt zij nauw samen met maatschappelijk werk, Slachtofferhulp Nederland, politie, OM, ggz, Jeugdzorg, Rode Kruis, gemeenten, kerkelijke organisaties en dergelijke. Elke GGD heeft gedetailleerde draaiboeken en protocollen opgesteld.
Het zijn dus de 25 GGD’s die niet alleen reactief, na een ernstige gebeurtenis, maar ook proactief en preventief moeten optreden bij de ernstige problematiek rond verwarde personen. Deze multidisciplinaire aanpak is effectief en voorkomt een nieuwe werkwijze, zoals Erik Akerboom die voorstelt.
Het is niet voor niets dat talloze onderzoeksrapporten de afgelopen jaren hebben aangegeven dat de veiligheidsregio’s zich, behalve op traditionele rampenbestrijding, ook veel meer moeten gaan richten op nieuwe vormen van crisisbeheersing. De handelwijze van verwarde personen met een maatschappij-ontwrichtende uitwerking mag zeker tot de kerntaken worden gerekend.
Het is dus de hoogste tijd dat de veiligheidsregio’s de handschoen oppakken en voor een adequate aanpak van deze problematiek gaan zorgen. De burgers van ons land rekenen op hen. Hun inzet zal de veiligheid ten goede komen, de politie geruststellen en het aantal geregistreerde incidenten met verwarde personen doen afnemen.
De auteur is eigenaar van SVDC Advies in Crisisbeheersing.