Buitenland

Libië: een migrant voor de prijs van zes broeken

Vlak voor Kerst kwamen 129 vluchtelingen vanuit Libië aan in Niger. Ongeveer gelijktijdig vlogen er vanuit het Noord-Afrikaanse land nog eens 162 migranten naar Italië. Het is het begin van een operatie die duizenden migranten uit de chaos van Libië moet redden.

Mark Wallet
28 December 2017 14:10Gewijzigd op 17 November 2020 03:05
Hulporganisaties redden op tweede kerstdag zo’n 255 migranten uit de Middellandse Zee, waaronder deze groep jongeren. beeld AFP, Federico Scoppa
Hulporganisaties redden op tweede kerstdag zo’n 255 migranten uit de Middellandse Zee, waaronder deze groep jongeren. beeld AFP, Federico Scoppa

Het is avond: een felle lamp beschijnt een stoffige binnenplaats in een dorp buiten de Libische hoofdstad Tripoli. De lichtbundel is gericht op een paar mannen, die zojuist vanuit een huis naar buiten zijn geduwd. „Heeft iemand een grondwerker nodig?” roept een stem. „Dit is een grondwerker, een grote sterke man, hij kan graven.”

Kopers steken hun hand op en roepen hun biedingen: het gaat in rap tempo van 500 via 550 en 600 naar 650 Libische dinar. Hier gaan mensen onder de hamer voor omgerekend zo’n 400 euro. Binnen enkele minuten heeft de veilingmeester zo’n tien man verkocht. Ter vergelijking: een spijkerbroek van bijvoorbeeld Levi’s kost in Libië volgens de site Numbeo zo’n 100 dinar.

De praktijken zijn vastgelegd door een camera van de Amerikaanse zender CNN. De omroep is de moderne vorm van slavernij gaan onderzoeken nadat hij een amateurvideo van een soortgelijke veiling in handen kreeg. Daarop is te zien hoe twee „grote sterke jongens voor boerenwerk” voor zo’n 750 euro van de hand gaan.

De uitzending van CNN in november brengt een stroom aan scherp veroordelende reacties op gang. „Onze jonge mensen worden verhandeld als vee”, zegt president Faustin-Archange Touadéra van de Centraal-Afrikaanse Republiek op 22 november op een conferentie in Brussel. De Franse president Emmanuel Macron spreekt van „een misdaad tegen de menselijkheid.”

Oplossingen

Helemaal verrast konden de politici echter niet zijn. De praktijken waren al eerder door diverse mensenrechtenorganisaties naar buiten gebracht. Maar pas na de uitzending van CNN ondernemen de verantwoordelijken actie. Op de EU-Afrikatop in de Ivoriaanse stad Abidjan is de situatie in Libië eind november spontaan het hoofdthema.

De hoge politici in Abidjan komen met een oplossing: de duizenden migranten die vastzitten in Libische opvangkampen moeten zo snel mogelijk onder leiding van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR gerepatrieerd worden. Libië stemt in met een evacuatie. Dat wil zeggen: de officieel erkende regering, die zeggenschap over slechts een deel van het land heeft.

Tegelijk verklaren veel Europese leiders zich bereid serieus na te denken over de mogelijkheid van legale routes voor economische migranten. De meeste Afrikanen reizen vanuit economische motieven naar Europa. Ook de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Zijlstra, laat zich in Nieuwsuur in die geest uit. Hij maakt duidelijk dat Afrikaanse landen dan wel moeten meewerken aan de tot nog toe moeizaam verlopende uitzetting van illegale migranten. Dat is onder meer lastig omdat migranten vaak hun identiteitspapieren verscheuren en nieuwe documenten nodig hebben.

Mishandeling

Het lijkt een mooie oplossing waar iedereen mee tevreden kan zijn. De Afrikaanse leiders komen op voor hun burgers en de Europese leiders hebben hun morele verantwoordelijkheid genomen. En kijk: er zijn inmiddels enkele honderden migranten uit Libië geëvacueerd.

De werkelijkheid is echter weerbarstig. Veel vluchtelingen en migranten zijn helemaal niet in beeld. De autoriteiten houden geen cijfers bij. De UNHCR heeft 43.000 vluchtelingen geregistreerd, maar dat betreft enkel Irakezen, Palestijnen, Syriërs, Somaliërs, Eritreeërs, Ethiopiërs en (Zuid-)Sudanezen. De organisatie is dus niet gerechtigd te spreken met migranten van andere nationaliteiten, zoals Nigerianen.

Het valt bovendien niet mee om afspraken effectief uit te voeren in een uiterst instabiel land als Libië. Er functioneren drie regeringen en daarnaast nog eens vele milities, met wie het lastig kersen eten is. Het officieel erkende regime is formeel op weinig aanspreekbaar. Zo heeft Libië geen handtekening gezet onder de Conventie van Genève, waarin de status van vluchtelingen en asielzoekers is geregeld. De UNHCR heeft in het land bovendien geen officiële status.

Het springende punt is echter dat de autoriteiten op allerlei manieren onderdeel zijn van het probleem. Tekenend daarvoor is wat speciaal VN-gezant Vincent Cochetel recent in Brussel zei over de moeilijkheid om met de migranten een open gesprek te voeren. „Als we met mensen in detentiecentra praten, worden we altijd omringd door mensen van de overheid. Er is, met andere woorden, geen veilige ruimte om mensen op een vertrouwelijke manier hun verhaal te laten doen.”

Valt er met dergelijke autoriteiten wel samen te werken? Nee, is het antwoord van critici. Sterker nog: wie dat doet, laadt zelf schuld op zich. Een belangrijke vertolker van dat geluid is Amnesty International. „Europese overheden steunen actief de Libische autoriteiten en kustwacht, ook al weten ze dat ze hiermee bijdragen aan het martelen, verhandelen, misbruiken en doden van tienduizenden migranten en vluchtelingen in Libië”, stelde de mensenrechtenorganisatie deze maand in een vlammend rapport.

Volgens Amnesty tonen Europese landen „op schandalige wijze” waar hun prioriteiten liggen: bij het sluiten van de Middellandse Zeeroute, zonder oog te hebben voor het lot van de migranten. Het gaat niet alleen om moderne slavernij, maar om de algehele situatie van migranten in Libië. Het leven in de overvolle opvangcentra noemt Amnesty „mensonterend.” Migranten vertelden de mensenrechtenorganisatie van marteling, dwangarbeid, afpersing en moordpartijen.

„Ze doodden veel jongens, veel…”, zei ”Ousman”, een 18-jarige Gambiaan, over zijn tijd in Libische detentiecentra. „Ik zag veel mensen in de gevangenis sterven, ofwel omdat ze ziek werden of door de slagen. De bewakers waren Libiërs, ze hadden de gewoonte iedereen te slaan, zonder reden.”

Bovendien zou de door Europa gesteunde Libische kustwacht geweld en intimidatie gebruiken tegen drenkelingen en hulporganisaties die reddingsacties uitvoeren. Eerder waren er al berichten van samenwerking tussen de Libische kustwacht en de smokkelaars. De laatste tijd zou de kustwacht nauwelijks meer effectief optreden.

Aantrekkingskracht

Een voor de hand liggende oplossing is voorkomen dat migranten in Libië terecht komen. De ervaring leert dat afschrikwekkende verhalen echter lang niet iedereen tegenhouden. Het grote risico van de Middellandse Zee nemen veel migranten voor lief, net als de doortocht door de Saharawoestijn. In de Sahara sterven volgens de VN-organisatie voor migratie IOM „minstens” twee keer zo veel migranten als in de Middellandse Zee.

De enorme risicobereidheid laat zien hoe groot de aantrekkingskracht van Europa is. Ontwikkeling in eigen land heft dat niet zomaar op, hoezeer Europa daarop ook inzet. De EU is bereid om miljarden te investeren in Afrika, in ruil voor minder migratie. Maar ook die miljarden blijven een druppel op de gloeiende plaat en zijn volgens critici bovendien te gemakkelijk. De Britse econoom Jason Hickel wijst er bijvoorbeeld op dat Afrika tegenover elke dollar aan ontwikkelingshulp 4 dollar verliest aan illegale economische transacties. Afrikaanse problemen komen volgens hem niet enkel door interne misstanden, maar hebben alles te maken met internationale systemen. Het is effectiever om aan hervormingen daarvan te werken.

Hickel staat daarbij op het standpunt dat het afgelopen moet zijn met het „narratief van hulp” ten gunste van een spreken over rechtvaardigheid. Dat geluid steunt onder meer op de breed gedragen analyse dat westerse instellingen zoals het IMF en de Wereldbank door desastreus beleid in de jaren tachtig en negentig de Afrikaanse economie effectief op grote achterstand hebben gezet. Daar komen nog de effecten bij van de klimaatverandering, die volgens deskundigen leiden tot frequentere periodes van droogte in Afrika. Westerse landen hebben volgens Hickel dus een flink aandeel in de Afrikaanse problemen en moeten hun verantwoordelijkheid nemen.

Wreedheden

Intussen is er geen reden om aan te nemen dat de situatie van migranten en vluchtelingen in Libië na de top in Ivoorkust en de uitzending van CNN sterk is verbeterd. Op sociale media circuleren nog altijd veel verhalen over de slechte omstandigheden van migranten in het land.

„De uitzending van CNN over de situatie van zwarte Afrikaanse migranten in Libië heeft de wereld even (wakker) geschud, maar helaas gaan de wreedheden door”, twitterde de Nigerse Nederlander Abakoula Argalaless deze maand. Zo hoorde hij recent nog van de dood van drie Afrikaanse jongens in een Libisch detentiecentrum. En veel komt er wellicht nooit naar buiten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer