Kerk & religie

Helder licht

Lukas 2:1

Ds. D. A. Detmar
21 December 2017 07:20Gewijzigd op 17 November 2020 03:03

„En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus.”

Wij zien, tot beschaming en verstomming van de vijanden, de Goddelijkheid van dat dierbare profetische Woord hier helder doorstralen. Ja, terecht schreef de apostel Petrus van dat profetisch Woord dat dát zeer vast is, als van een licht, schijnende in een duistere plaats. Totdat de dag aanlicht en de Morgenster van de aanvankelijke vervulling opgaat in de harten van de gelovigen.

Zo begaf ook Jozef, op keizerlijk gezag, zich naar de plaats van de beschrijving en hij ging ook op „van Galiléa, uit de stad Nazareth”, waar toen zijn woonplaats was, naar het land van Judea, „tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht van David was).”

Dit was de stad waarin zijn roemrijke voorouders eertijds hadden gewoond. Want ook al was de godvruchtige Jozef van geringe stand, zodat hij het handwerk van een timmerman uitoefende, en dat wel in het zo kleine, onaanzienlijke Nazareth, toch was hij van zo’n hoge afkomst dat hij oorspronkelijk afstamde uit het koninklijke geslacht en stamhuis van de man naar Gods hart, de vrome koning David.

Zo ging hij, zoals alle families, daar in vroegere of latere tijd geboren, naar Bethlehem. Maar wij moeten vooral stilstaan bij een ander aanbiddelijk Godsbestuur: „Hij ging met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was.”

Ds. D. A. Detmar, predikant te Ede

(”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen, tot opwekking, bemoediging en vertroosting”, 1828)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer