Sta even stil
Lukas 2:1
„En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus.”
Waar is die liefelijke rustplaats, waar wij onze pelgrimsstaven enige ogenblikken zullen neerzetten? Kinderen Gods, in zwakker of sterker geloof: het is in Bethlehems nederige beestenstal. Daar zullen wij, in de geest, de Godmens in een kribbe aanschouwen en in vereniging met al Gods kinderen op aarde Hem als de geboren Koning, als onze geboren Koning, huldigen en aanbidden. Mocht dan zo in deze tijd dit feest voor ons tot heil en zaligheid zijn!
Mocht Jezus op dit feest ook in uw hart worden geboren, onbekeerde zondaar, die tot hiertoe nog voortgaat om Hem Die van de hemelen is te versmaden, en u zelfs ergert aan de nederige omstandigheden van Zijn Goddelijke geboorte.
Voor u, kleinmoedige zielen, die Jezus in waarheid liefhebt, en u die zich reeds zo heilbegerig hebt opgemaakt om, met al Gods kinderen, de geboren Koning te aanbidden: ja, het wordt u geschonken, met een opgeklaard geloofsoog, zo op dat Wonderkind te staren dat u zich, met afzien van alles wat buiten Hem is, voor tijd en eeuwigheid aan Hem mocht overgeven en uitroepen: „Jezus is niet alleen geboren, maar Hij is ook voor mij geboren.”
Bevestigd volk des Heeren, is dit door ontfermende genade ons voorrecht geworden en hebben wij er al de zalige eerstelingen van mogen smaken toen wij, in onze diepe onwaardigheid neergeknield, onze geboren Koning en Borg mochten aanbidden?
Ds. D. A. Detmar, predikant te Ede (”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen, tot opwekking, bemoediging en vertroosting”, 1828)