Visquota 2018: meer haring, kabeljauw en tarbot, minder schol en tong

Het (gecombineerde) quotum voor tarbot en griet gaat 44 procent omhoog. Bij haring gaat het om 20 procent, bij kabeljauw om 10 procent. De vissers mogen ook 20 procent meer rog vangen. De bestanden van deze vissoorten hebben zich de afgelopen jaren in de Noordzee goed ontwikkeld, aldus het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in een toelichting op het Brusselse akkoord.

Het quotum voor tong wordt met 2,5 procent verkleind in vergelijking met 2017, dat voor schol gaat 13 procent omlaag. Hoewel het met deze soorten ook goed gaat, is een verkleining van de quota nodig om op langere termijn een duurzame vangst te garanderen, meldt het ministerie.

Minister Schouten noemt het akkoord dat de visserijministers hebben bereikt evenwichtig. „Een goede balans tussen ecologie en economie, waarbij vissoorten die onder druk staan zich verder kunnen herstellen en vissers thuiskomen met verantwoorde vangsten.”

Tarbot en griet belanden vaak als bijvangst in de netten van de schol- en tongvissers. Het quotum voor deze soorten was echter zo klein, dat veel vis op zee weer overboord moest worden gezet. Dit tot ergernis van de vissers, die met lede ogen zien dat tarbot op de visafslagen hoge prijzen opbrengt. Naast de verhoging voor 2018 wordt het quotum voor tarbot en griet in het lopende jaar tussentijds met 20 procent opgehoogd, zo is besloten. „De vangst van tong en tarbot wordt hierdoor beter met elkaar in balans gebracht”, aldus het ministerie van LNV.

Het akkoord dat in Brussel is bereikt omvat ook nieuwe maatregelen gericht op paling en zeebaars, twee vissoorten waarvan de populatie kritiek is. Over paling is besloten dat daar met ingang van 2018 tijdens de paaiperiode drie maanden lang niet op mag worden gevist. Nederland kent die maatregel al, de rest van Europa gaat deze nu ook toepassen. Het eerder voorgestelde totaalverbod op de palingvisserij in kustwateren is daarmee van de baan.

De vangst van zeebaars wordt in 2018 sterk beperkt. Beroepsvissers mogen –afhankelijk van de vistechniek die ze hanteren– gemiddeld 60 procent minder zeebaars vangen dan in 2017. Recreatieve vissers moeten vanaf 1 januari alle gevangen zeebaars weer in zee terugzetten.

Secretaris Geert Meun van de organisatie van kottervissers VisNed noemt de beperkingen voor zeebaars „zeer streng.” Zogeheten flyshootkotters mogen volgens hem slechts 180 kilo zeebaars per maand aanvoeren, andere schepen 100 kilo. VisNed is tevreden over de inzet van minister Schouten en haar team.

Visquota 2018: meer haring, kabeljauw en tarbot, minder schol en tong

Economie

RD.nl in uw mailbox?