Staatsexegese
Vergeleken met de snelheid waarmee anders kamervragen worden gesteld, kwam het CDA maar laat in actie. Maar het is er dan toch van gekomen. De confessionelen willen opheldering van minister Verdonk (Integratie) over haar suggestie voortaan imams die naar ons land verhuizen aan de tand te voelen over de vraag of zij wel de juiste uitleg aan de koran geven. De bewindsvrouw lanceerde dat idee vorige week en acht dagen later vragen de christen-democraten een toelichting.Sterker was geweest wanneer het CDA door middel van een interpellatie minister Verdonk had duidelijk gemaakt dat ze met haar ideeën te dicht tegen de grenzen van de godsdienstvrijheid aankomt. Merkwaardig was ook dat tijdens het wekelijks vragenuur, afgelopen dinsdag, een vertegenwoordiger van de niet-confessionele partij GroenLinks de bewindsvrouw op haar uitlatingen bevroeg. Het thema godsdienstvrijheid is niet exclusief voorbehouden aan de confessionele partijen, maar moet daar wel bij uitstek aandacht hebben.
Inmiddels heeft de minister duidelijk gemaakt dat zij niet een bepaalde uitleg van de koran wil opleggen aan imams. Wel verlangt ze van de geestelijke leiders dat ze voldoende kennis hebben van de verschillende interpretaties van het heilig boek van de moslims en van de waarden en normen in onze samenleving. Daarbij leek het er even op dat zij imams wilde bijbrengen dat de koran zich tegen geweld en eerwraak verzet.
Dat laatste blijkt niet haar visie te zijn. Gelukkig, want wie zich op dat vlak begeeft zit toch wel duidelijk op het randje. Want hoe weet ze dat zo goed? Er zijn exegeses van de koran die wel degelijk geweld en eerwraak verdedigen. Is de minister zo bedreven in het uitleggen van de koransoera’s dat ze weet welke interpretatie juist is? Of bedoelt ze te zeggen dat een pleidooi voor gewelddadig optreden op grond van de koran in ons land niet door de beugel kan? Dat laatste is juist. Eerwraak past niet. Maar dat is ook verboden in de Nederlandse wet. Daarvoor is niet nodig dat de overheid een bepaalde exegese voorschrijft.
Het is ook beslist onwenselijk dat een minister of kabinet dat doet. Uitgaande van de met name door liberalen verdedigde scheiding van kerk en staat dient de overheid zich verre te houden van inmenging in godsdienstzaken.
Steeds weer hebben juist liberalen gezegd dat een sterke democratie tegen een stootje kan. Wanneer mensen dan op grond van hun godsdienstige overtuiging meningen ventileren die niet passen in de liberale of libertijnse kraam moet men niet onmiddellijk de wet gaan voorschrijven.
Natuurlijk is er veel af te dingen op sommige islamitische standpunten. Dat is overduidelijk. Maar de route die de minister op haar reis naar Turkije suggereerde en waarvan ze deze week weer afstand nam, is ongepast. Bovendien heeft die een risico in zich voor andere godsdienstige groepen. Vandaag is de verdediging van eerwraak op grond van de islam verboden, morgen is het verboden om op grond van de uitleg van de Bijbel kritiek te hebben op de homoseksuele levenswijze.
Onder het communistisch bewind wisten kerken en andere godsdienstige groepen wat het is om de aanwijzingen van een ministerie voor godsdienstzaken te moeten opvolgen en de boodschap te prediken die de overheid wilde. Daar hebben duizenden onder geleden. Ook mensen die bepaald niet liberaal dachten. En voor de rechten van deze verdrukten hebben liberale voormannen zich in het verleden ingespannen.
Nu dreigen verdedigers van Verdonks standpunt in eenzelfde vaarwater terecht te komen als waar ze in te verleden kritiek op hadden. Staatsexegese en gewetensdwang zijn twee kanten van eenzelfde overheidsoptreden dat niet past binnen een democratische rechtsorde.